Hoofdstuk 3. Oorzaken van een zwak imaan
Er zijn vele oorzaken van een zwak geloof, sommigen zijn hetzelfde als de symptomen, zoals zonden begaan of alleen bezig zijn met deze wereld. Hieronder volgt een lijst van oorzaken die niet ook symptomen zijn.
· 1. Het te lang wegblijven van een omgeving/sfeer gevuld met imaan. Dit veroorzaakt een verzwakking van het geloof. Allah de Verhevene zegt: “Is het voor degenen die geloven nog geen tijd, dat hun harten zich vernederen voor het gedenken van Allah en wat is geopenbaard van de Waarheid (de Qor-aan)? En laten zij niet worden als degenen aan wie de Schrift (de Tawraat) voorheen was gegeven. Toen werd de tijd voor hen te lang, zodat hun harten verhardden. En de meesten van hen zijn zwaar zondigen.” [1]Dit vers duidt op het te lang wegblijven van een omgeving vol imaan en dat leidt tot verzwakking van geloof in het hart. Bijvoorbeeld, iemand die lang wegblijft van zijn broeders in de Islaam, vanwege reizen of werken, zal de sfeer missen van geloof waarin hij leefde en waaruit zijn hart kracht putte. Alleen is de gelovige zwak, maar sterk wanneer hij met zijn broeders is. Al-H’asan al-Basrie heeft gezegd: “Onze broeders zijn ons dierbaarder dan onze families. Onze families herinneren ons aan deze wereld en onze broeders herinneren ons aan het Hiernamaals.”Als deze afwezigheid te lang duurt, veroorzaakt het vervreemding in het hart, die uiteindelijk verandert in minachting voor die omgeving die vol zit met imaan, op zijn beurt verhardt het hart zich en wordt het gevuld met duisternis en zal de vlam van het geloof uitgaan. Dit kun je zien aan de complete verandering in mensen die naar andere landen reizen voor vakantie, werk of studie.
· 2. Wegblijven van het goede voorbeeld van rechtschapen leiders. Iemand die leert van eenrechtschapen man verkrijgt nuttige kennis, verricht een goede daad en versterkt zijn geloof tegelijkertijd. Deze leider zorgt voor hem en geeft kennis, goede manieren en deugden aan hem door. Als hij een tijdje wegblijft van deze leraar, begint zijn hart zich te verharden. Daarom zeiden de metgezellen (moge Allah tevreden over hen zijn) toen de profeet (vzmh) stierf en ze hem hadden begraven: “We keken in onze harten en voelden een ingrijpende verandering.” Ze voelden zich vervreemd en verloren omdat hun leraar en voorbeeld (vzmh) was gestorven. Volgens sommige overleveringen werden zij beschreven als ‘verdwaalde schapen op een regenachtige nacht’. Maar de profeet (vzmh) liet grote leiders na, reuzen onder de mensheid, allen waren geschikt om de teugels van het leiderschap te pakken. Sommigen werden een voorbeeld voor anderen. Vandaag de dag, echter, hebben de moslims voorbeelden hard nodig die dicht bij huis zijn om van te leren.
· 3. Het niet zoeken naar kennis over de Islaam, de boeken van de rechtschapen voorgangers niet bestuderen en religieuze boeken negeren. Daar leeft het hart van op. Er zijn veel soorten boeken die het imaan van de lezer doen opleven en hem motiveren om zijn spirituele potentieel te vervullen, welke eerste boek het Boek van Allah is, de Verhevene, de Geprezene, en de boeken over de overleveringen van de profeet (vzmh) , daarna de boeken die geleerden hebben geschreven over kwesties die het hart verzachten en die de ‘aqiedah (de islamitische geloofsovertuiging) uitleggen op een manier die de ziel ontroert en het hart doet opleven, zoals boeken van Ibn al-Qayyiem en Ibn Rajab en anderen (moge Allah hen genadig zijn). Door deze boeken te negeren en alleen intellectuele werken te bestuderen of door zich alleen te concentreren op de fiqh-boeken, die hun inhoud niet ondersteunen met bewijs, of alleen grammaticaboeken, verhardt het hart zich. Dit is geen kritiek op die boeken op zich, het is alleen een waarschuwing aan degene die de boeken van tafsir (uitleg van de Qor-aan) en h’adiethboeken niet leest. Dat zijn toch dè boeken die je dichter bij Allah de Almachtige brengen. Bijvoorbeeld, wanneer hij de authentieke verzameling van al-Boekhaarie zou lezen, voelt hij de sfeer van de tijd waarin de profeet (vzmh) en zijn metgezellen (moge Allah tevreden met hen zijn) leefden en hij voelt imaan door over de gebeurtenissen uit die tijd te lezen. [1] Soerat al-H’adied (57), aayah16.
De mensen van ah’aadieth zijn de mensen van de profeet (vzmh) . Zelfs al waren ze er niet zelf bij, ze zijn bij hem via zijn woorden en zijn overleveringen. Dit probleem van het niet bestuderen van religieuze werken heeft een duidelijk effect op hen, die disciplines bestuderen die geen relatie met de Islaam hebben, zoals filosofie, psychologie, sociale wetenschappen etc. Disciplines die zijn ontwikkeld buiten islamitische principes om. Hetzelfde geldt voor hen die van fictie houden, zoals (liefdes-) romans of zij die nutteloze nieuwsverhalen in kranten en tijdschriften etc. bijhouden.
· 4. In een omgeving leven die vol zit met zonde. In een dergelijk omgeving kan het voorkomen dat iemand opschept over zijn laatste zonde, een ander die popliedjes neuriet, een derde die rookt, een vierde die pornoblaadjes leest, een vijfde die vloekt etc. Zo ook roddel en laster, wie zei wat over wie en discussie over de laatste voetbalwedstrijd, er komt maar geen eind aan.Sommige omgevingen herinneren alleen aan deze wereld, zoals de meeste werkplaatsen tegenwoordig. Discussies over werk, geld, investeringen, werkgerelateerde problemen, opslag, promotie, opdrachten enz. voeren de boventoon bij de meeste mensen tegenwoordig in geest en woord. Voor wat betreft thuis valt er veel te zeggen over de ellende en slechte zaken die leiden tot schaamte bij de moslim en hem diep kwetsen. Moslimhuizen zijn gevuld met schaamteloze muziek, slechte onfatsoenlijke films, mannen en vrouwen door elkaar enz. In een dergelijke omgeving zijn de harten zonder enige twijfel zo hard als steen.
· 5. Bezig zijn met deze wereld, zodat het hart eraan verslaafd raakt. De profeet (vzmh) heeft gezegd: “Hij is gedoemd, de slaaf van de dinar en de dirham.” [1]En hij (vzmh) heeft ook gezegd: “Voor ieder van jullie is de voorziening van een reiziger voldoende.” [2]Bedoeld wordt een beetje van datgene wat hem naar zijn bestemming zal brengen. Dit fenomeen is overduidelijk aanwezig in onze tijd, in een tijd van hebzucht en het verlangen naar steeds meer materieel, mensen rennen achter handel en productie aan, letten alleen op aandelen. Dit bevestigt de woorden van de profeet (vzmh) : “Allah, de Verhevene, zegt: “We hebben rijkdom neergezonden om de zakaat (‘armenbelasting’) in te stellen en te betalen, maar als de zoon van Adam een berg (goud) heeft, wenst hij een tweede, en als hij twee bergen heeft, wenst hij een derde. De maag van de zoon van Adam is gevuld met stof (d.w.z. hij is nooit tevreden) en Allah zal het berouw van degene die om berouw smeekt, aanvaarden.” [3]
· 6. Bezig zijn met rijkdom, vrouwen en kinderen. Allah de Verhevene zegt: “En weet dat jullie bezittingen en jullie kinderen slechts een beproeving zijn en dat er bij Allah een geweldige beloning is.” [4]En: “Voor de mensen is de liefde voor begeerlijke zaken als vrouwen aantrekkelijk gemaakt, (evenals de liefde voor) zonen, omvangrijke gouden en zilveren bezittingen, gemerkte paarden en kudden dieren en akkers. Dat is de genieting van het wereldse leven. En Allah, bij Hem is de beste terugkeer.” [5]
De betekenis van deze verzen is dat als zijn liefde voor deze zaken en personen, vooral vrouwen en kinderen, vóór gehoorzaamheid aan Allah en Zijn boodschapper (vzmh) komen, dan wordt dat als een zonde beschouwd, maar als hij van deze zaken houdt binnen de grenzen van Allah, dan zal het hem helpen om Allah te gehoorzamen en is het in die gevallen aanbevelenswaardig. De profeet (vzmh) heeft gezegd: “In deze wereld zijn vrouwen en parfum mij heel dierbaar en mijn oog vindt verkoeling in het gebed.” [6]Veel mannen gehoorzamen hun vrouwen in verboden zaken en staan het toe dat hun kinderen worden afgeleid van aanbidding. De profeet (vzmh) heeft gezegd: “Kinderen zijn de oorzaak van verdriet, lafheid, onwetendheid en gierigheid.” [7] [1] Boekhaarie, 2730.[2] at-Tabaraanie in al-Kabier 4/78, Sah’ieh’ al-Djaami’ 2384.[3] Ah’mad 5/129, Sah’ieh’ al-Djaami’ 1781.[4] Soerat al-Anfaal (8), aayah 28.[5] Soerat Aal-‘Imraan (3), aayah 14.[6] Ah’mad 3/128, Sah’ieh’ al-Djaami’ 3124.[7] at-Tabaraanie in al-Kabier 24/241, Sah’ieh’ al-Djaami’ 1990.
Hij bedoelde met gierigheid, dat als een man geld wil uitgeven op de Weg van Allah, de duivel hem herinnert aan zijn kinderen en hun behoeften, dus hij zal denken: mijn kinderen hebben het geld harder nodig, ik zal het voor hen nalaten wanneer ik sterf, en dus is hij gierig in die zin dat hij niets uitgeeft omwille van Allah. Toen hij (vzmh) het over lafheid had, bedoelde hij dat als een man wilde strijden op de Weg van Allah, de duivel hem zal bezoeken en zal zeggen dat hij zou worden gedood en zijn kinderen zullen wees worden. Dus hij blijft thuis en zal niet gaan vechten omwille van Allah. Hij (vzmh) bedoelde met onwetendheid, dat kinderen hem zullen afleiden van het vergaren van kennis, het bijwonen van lessen en het lezen van boeken. Toen hij (vzmh) het had over verdriet, bedoelde hij dat wanneer zijn kind ziek wordt, de ouders verdriet voelen. Als zijn kind om iets vraagt wat de vader niet kan geven, doet dit de vader verdriet. Wanneer zijn kind opgroeit en tegen de vader ingaat, is dit de oorzaak van voortdurend verdriet en zorgen.
Dit houdt niet in dat hij niet zou moeten trouwen en kinderen krijgen. Hier wordt bedoeld dat hij zou moeten oppassen dat hij zich niet alleen maar met vrouwen en kinderen bezighoudt en toestaan dat ze uiteindelijk naar het verbodene leiden.Wat betreft de verleiding van rijkdom, heeft de profeet (vzmh) gezegd: “Elke natie heeft zijn beproeving en de beproeving van mijn natie is weelde.”
[1]Het steeds meer rijkdom willen vergaren is schadelijker voor het imaan, dan een wolf die los wordt gelaten op een kudde schapen. De profeet (vzmh) heeft gezegd: “Als er twee hongerige wolven op een kudde schapen worden losgelaten, zullen zij niet méér schade berokkenen aan de kudde, dan de schade aan het geloof van een mens door zijn drang om meer geld te vergaren en zijn positie te verhogen.”
[2]Om deze reden drong de profeet (vzmh) er bij de moslims op aan om alleen dat voor zichzelf te nemen wat hij nodig had, naar evenredigheid, zonder méér te willen. Dat leidt alleen maar af van het gedenken van Allah. De profeet (vzmh) heeft gezegd: “Al wat men nodig heeft van rijkdom, is een dienstbode en een vervoermiddel om op reis te gaan op de Weg van Allah.” [
3]De profeet (vzmh) waarschuwde tegen hen die geld oppotten, behalve zij die het in liefdadigheid uitgeven. Hij zei: “Wee degene, die geld wil oppotten, behalve hij die voortdurend weggeeft aan degene rechts van hem en aan degene links van hem, aan degene voor en achter hem.”
[4]Bedoeld wordt dus alle vormen van liefdadigheid. · Hopen op een lang leven. Allah de Verhevene zegt: “Laat hen eten en zich vermaken en worden afgeleid door de (valse) hoop, later zullen ze het weten.”
[5]Aliy (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft gezegd: “Waar ik wat jullie betreft bang voor ben, is dat jullie je begeerten volgen en dat jullie hopen dat jullie lang zullen leven, want je begeerten volgen betekent dat je de waarheid niet onder ogen ziet en het verlangen naar een lang leven betekent het Hiernamaals vergeten.”
[6]Volgens een andere overlevering: “Vier zaken zijn de oorzaak van mislukking: droge ogen (nooit huilen uit vrees voor Allah), een verhard hart, verlangen naar een lang leven en dol zijn op deze wereld.”
Het verlangen naar een lang leven veroorzaakt luiheid in aanbidding, het uitstellen van dingen, teveel aandacht voor wereldse zaken, het Hiernamaals verwaarlozen en verharding van het hart, want verzachting van het hart en een scherpe visie kunnen alleen worden bereikt door het denken aan de dood, het graf, beloning en straf en de verschrikkingen van de Dag des Oordeels, zoals Allah de Verhevene zegt: “Is het voor degene die geloven nog geen tijd dat hun harten zich vernederen voor het gedenken van Allah en wat is geopenbaard van de Waarheid (Qor-aan)? En laten zij niet worden als degenen aan wie de Schrift (Tawraat) voorheen was gegeven. Toen werd de tijd voor hen te lang, zodat hun harten verhardden. En de meesten van hen zijn zwaar zondigen.” [
7]Er is gezegd: “Hij die geen lang leven wenst, zal minder zorgen hebben en zijn hart wordt gevuld met licht, omdat hij de dood gedenkt en (daardoor) Allah meer zal aanbidden.”
[8]· Teveel eten, slapen, te laat opblijven, teveel kletsen en zich teveel onder de mensen begeven. Teveel eten maakt de hersenen sloom, het lichaam zwaar, wat een belemmering vormt voor aanbidding en het is voor de duivel makkelijker om hem te verleiden, zoals er is gezegd: “Hij die teveel eet, teveel drinkt en teveel slaapt, zal veel beloning verliezen.”Teveel kletsen verhardt het hart en zich teveel onder de mensen begeven houdt een persoon tegen om tijd voor zichzelf vrij te maken en zo na te denken (over zijn leven). Teveel lachen zuigt het leven uit het hart. De profeet (vzmh) heeft in een goede overlevering gezegd: “Lach niet teveel, daardoor sterft het hart.”
[9] Tijd die niet wordt besteed met aanbidding van Allah, leidt ook naar een verhard hart, want zo wordt er geen aandacht besteed aan de lessen van de Qor-aan, noch aan imaan.Inderdaad zijn er vele oorzaken van een zwak imaan en het is een onmogelijke opgave om ze allemaal op te sommen, maar de bovenstaande opsomming zal de lezer een indruk geven van de andere oorzaken die niet zijn genoemd. De wijze zal dit meteen doorhebben.
We smeken Allah om onze harten te zuiveren en ons te beschermen tegen het kwade in onszelf. [
1] at-Tiermiedhie 2336, Sah’ieh’ al-Djaami’ 2148.
[2] at-Tiermiedhie 2376, Sah’ieh’ al-Djaami’ 5620.
[3] Ah’mad 5/290, Sah’ieh’ al-Djaami’ 2386.
[4] Ibn Maadjah 4129, Sah’ieh’ al-Djaami’ 7137.
[5] Soerat al-H’idjr (15), aayah 3.[
6] Fat-h’ al-Baarie 11/236.[
7] Soerat al-H’adied (57), aayah 16.[
8] Fat-h’ al-Baarie 11/237.[9] Ibn Maadjah 4193, Sah’ieh’ al-Djaami’.