Palestina in het kort

1897 Een Europese joodse politieke beweging, de zionistische beweging, probeert al enige jaren een land te vinden waar joden een staat kunnen stichten. De zionistische conferentie van 1897 besluit dat men zo’n staat in Palestina wil vestigen. Palestina hoort dan net als het grootste gedeelte van het Midden-Oosten bij het Turkse Rijk.

1917 In de Balfour-verklaring belooft de Britse regering aan de zionistische beweging dat joden in Palestina een “nationaal tehuis” zullen krijgen. Waarbij de politieke en religieuze rechten van de bestaande niet joodse bevolking behouden zouden moeten blijven. (op dat moment was maar 5% van de bevolking van Palestina joods, de rest bestond uit Palestijnse Arabieren)

 

1918 Na de ondergang van het Turkse Rijk bezet Groot-Brittannië Palestina. Van 1918 tot 1948 bevordert het de emigratie van joden vanuit Europa en de VS naar Palestina. Groot-Brittannië onderdrukt verscheidene Palestijnse opstanden tegen het Britse bewind.

 

1948 Na een groot aantal terroristische aanslagen die gepleegd worden door zionistische milities, verlaat Groot-Brittannië Palestina. De regering in Londen vraagt de Verenigde Naties een oplossing te zoeken. De Verenigde Naties stellen vervolgens voor om 55% van Palestina aan de op te richten staat Israel te geven.Op dat moment was maar één derde van de Palestijnse bevolking joods, en 6% van de grond in joods bezit. Het plan wordt dan ook niet geaccepteerd door de Palestijnse bevolking.

 

1948-1948 Israel doodt tijdens de Nakba –de catastrofe- 13.000 Palestijnen en verjaagt 750.000 Palestijnen uit hun steden en dorpen. Israel verovert 78% van het oorspronkelijke Palestina. Afstammelingen van de mensen die toen verdreven werden wonen tot op de dag van vandaag in ongeveer 100 vluchtelingenkampen in Libanon, Syrië, Jordanië, de westelijke jordaanoever en de Gazastrook. Anderen zijn tot op de dag van vandaag tweederangsburgers in Israel. VN resolutie 194 roept Israel op deze vluchtelingen te laten terugkeren. Israel geeft aan deze resolutie geen uitvoering. Meer dan 400 Palestijnse dorpen worden na de verdrijving van de oorspronkelijke bewoners door Israel met de grond gelijk gemaakt. Op veel van die dorpen worden bossen geplant. Nederlandse schoolkinderen die in de jaren vijftig geld voor dat soort bossen inzamelden, kregen te horen dat de zionisten de lege woestijn tot bloei hadden gebracht.

 

1967 Israel bezet tijdens de Juni-oorlog de Westelijke Jordaanoever, West-Jeruzalem en de Gazastrook. Ook Golanhoogte wordt ingelijfd. VN resolutie 242 roept Israel op zich uit deze gebieden terug te trekken. Israel doet dat niet en organiseert ene steeds gewelddadigere en wredere bezettingsregime in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever. Oost Jeruzalem wordt na de Juni-oorlog een deel van Israel. De Palestijnen die daar wonen krijgen de Israelische nationaliteit, maar zijn als niet joden in Israel wel tweederangsburgers.

 

1987 De Palestijnen in de bezette gebieden komen in opstand tijdens de eerste Intifadah(Opstand) die opkomt voor zelfbeschikking en een onafhankelijke Palestijnse staat.

 

1993-1995 Begin van het vredesproces. De zogenaamde Oslo-akkoorden voorzien in een gefaseerde terugtrekking van de Israelische troepen uit een klein gedeelte van de bezette gebieden. In een gedeelte van de bezette gebieden krijgen de Palestijnen een zeer beperkte vorm van zelfbestuur. Maar tijdens het vredesproces gaat de bouw van Israëlische nederzettingen in de bezette gebieden gewoon door. Zo woonden er in het jaar 2000 ongeveer 350.000 Israëlische kolonisten in de bezette gebieden.

 

2000 Israel gaat door Palestijnse grond en huizen in beslag te nemen om er joodse nederzettingen op te bouwen. Elk verzet daartegen van de kant van Palestijnse burgers wordt wreed onderdrukt. Als reactie hierop begint de Tweede Intifadah. Duizenden Palestijnen worden gedood als ze zich verzetten tegen het gigantische en technisch goed uitgeruste Israëlische leger.

 

2002 De Arabische regeringen verklaren op de conferentie van Beiroet dat ze bereid zijn Israel te erkennen binnen de grenzen die het had voor de Juni-oorlog. Israel negeert dit aanbod en valt alle Palestijnse steden die volgens de Oslo akkoorden zelfbestuur hadden –behalve Jericho- opnieuw binnen. Israel begint bovendien met de bouw van de Muur, die de Palestijnen in de bezette gebieden moet scheiden van de staat Israel. De Muur staat grotendeels op grond die eigendom is van Palestijnen en die voor dat doel onteigend wordt. Palestijnse akkers die aan de Israëlische kant van de muur liggen zijn voor boeren ook bijna niet meer toegankelijk. Opnieuw wordt er dus land afgepakt van de Palestijnen.

 

2005 Israel haalt 8000 kolonisten terug uit de Gazastrook (in het gebied wonen 1,4 miljoen Palestijnen) maar vestigt tegelijkertijd 30.000 nieuwe kolonisten op de Westelijke Jordaanoever. Normaal verkeer naar de Gazastrook over land, over de zee of door de lucht wordt tegelijkertijd bijna volledig onmogelijk gemaakt en is afhankelijk van Israëlische toestemming.

2006 Democratische verkiezingen in de bezette gebieden maken Hamas tot de grootste partij in het Palestijnse parlement. De EU en de VS zetten direct sancties tegen de nieuwe Palestijnse regering in werking.

 

2007 Hamas en Fatah –de partij van de Palestijnse president Abbas- vormen een coalitieregering. Als door de Verenigde Staten en Israel gesteunde Fatah milities in Gaza zich niet willen onderwerpen aan die nieuw regering breekt een Palestijnse burgeroorlog uit. Hamas wint die oorlog in Gaza. De Fatahpartij van president Abbas vormt een nieuwe regering op de Westelijke Jordaanoever.

 

Veel mensen denken dat het bereiken van  vrede tussen Israeli’s en Palestijnen al moeilijk genoeg is. En dat we daarom maar niet moeten beginnen over een rechtvaardige oplossing. Terwijl het natuurlijk precies omgekeerd is, vrede kan er alleen maar als er ook rechtvaardigheid is.

 

En hoe gaat het nu?

Omdat de Palestijnen in 2006 een parlement kozen waarvan de samenstelling de Amerikaanse, de Europese en de Israëlische regeringen niet zinde, werden ze het slachtoffer van sancties. Diplomatie heeft zo plaatsgemaakt voor pogingen de Palestijnen te dwingen een vredesakkoord te ondertekenen waarin ze al hun rechten zullen opgeven. Zolang ze niet stemmen op een “redelijke Palestijnse leider” die daarin toestemt, worden de Palestijnen gestraft.

Er zijn nu ongeveer 230 nederzettingen op de westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem. In die nederzettingen wonen in totaal bijna 500.000 kolonisten. Die nederzettingen zijn met elkaar en met Israel zelf verbonden door een netwerk van wegen die alleen toegankelijk zijn voor Israëli’s. Over de hele westelijke jordaanoever verspreid liggen honderden checkpoints en andere barrières. Voor Palestijnen is het dus steeds moeilijker geworden om naar hun werk, naar school of naar een medische voorziening te gaan. Het is steeds moeilijker om in een ander dorp op bezoek te gaan.

Israel krijgt ondertussen steeds meer controle op de schaarse waterbronnen op de westelijke jordaanoever. Veel Palestijnen mogen als een gunst water terugkopen uit bronnen die vroeger van hunzelf waren, maar tegenwoordig eigendom van de kolonisten zijn. Palestijnse huizen worden gesloopt en duizenden olijfbomen en andere fruitbomen zijn omgehakt. Soms om plaats te maken voor de Muur, soms als een vorm van collectieve straf.

De Palestijnen worden steeds meer opgesloten raken in vijf grote getto’s op de westelijke Jordaanoever. Ook de Gazastrook is één groot getto. Het is duidelijk dat deze getto’s nooit een levensvatbare Palestijnse staat kunnen vormen.

 

Kan het anders?

Als de Palestijnen zich vrij zouden kunnen ontwikkelen zou het gebied één van de welvarendste gebieden van het Midden-Oosten kunnen zijn. Ze zouden dan ook niet afhankelijk zijn van de humanitaire hulp waarvan ze nu moeten leven. De Palestijnen zouden in een vruchtbaar landbouwland dat jaarlijks grote aantallen pelgrims en toeristen ontvangt- een levenstandaard genieten die in de buurt van die van Malta of Cyprus zou liggen. In plaats daarvan zijn ze nu een gemarginaliseerde minderheid in eigen land. En telkens als ze duidelijk maken dat ze zich daar niet bij neerleggen, krijgen ze ook nog het verwijt dat ze geen vrede willen.

Alle vredesvoorstellen van de afgelopen jaren gaan er vanuit dat de Palestijnen hun ondergeschikte positie in de staat Israel zullen moeten accepteren. Dat de afstammelingen van de in 1948 en 1949 verdreven Palestijnen nooit meer terug zullen mogen keren naar Palestina.

Veel mensen denken dat het bereiken van  vrede tussen Israeli’s en Palestijnen al moeilijk genoeg is. En dat we daarom maar niet moeten beginnen over een rechtvaardige oplossing. Terwijl het natuurlijk precies omgekeerd is, vrede kan er alleen maar als er ook rechtvaardigheid is.

Het Nederland Palestina Komitee vindt dat het ideaal van een verdeling van Palestina in twee staten –één voor de joden en één voorde Palestijnen- nooit erg realistisch was. Bijna vijftien jaar na het afsluiten van de Oslo-akkoorden zijn er zoveel kolonisten in de bezette gebieden komen wonen, dat de gebieden waar Palestijnen nu de meerderheid vormen, te klein en te geïsoleerd van elkaar zijn om nog een levensvatbare staat te vormen. Maar Palestijnen vormen nog steeds een substantiële minderheid in heel Palestina, dat is Israel binnen de Grenzen van 1967, Oostelijk Jeruzalem, de westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. Een groeiende groep Palestijnen pleit dan ook voor één staat voor twee volken waar alle bewoners gelijke rechten hebben. Israel zal dan geen Joodse staat zijn, net zoals in alle andere democratieën zullen mensen dan gelijke rechten hebben, onafhankelijk van hun godsdienst. Alle bewoners van die staat en alle afstammelingen van de vluchtelingen moeten een paspoort van die nieuwe staat krijgen. De miljarden die door Europa en de Verenigde Staten gestoken worden inde opbouw van het Israëlische leger kunnen gestoken worden in de opbouw van het land