Wetenschap van de hadith

 

De Wetenschap van de Hadith
Een inleiding gebaseerd op klassieke bronnen
Sheikh Abdur-Rahman ibn Yusuf   `Ilm al-hadīth is de wetenschap van de bestuderen van de Hadīth. Wat onder de definitie ‘Hadīth’ valt wordt later besproken, maar om te beginnen zou ik graag willen benadrukken dat de wetenschap van de Hadīth één van de vele religieuze wetenschappen is. Als we slechts kijken naar de primaire wetenschappen, kunnen we vaststellen dat er sprake is van usūl al-qur’ān (beginselen van de Koran), usūl al-hadīth(beginselen van de Hadīth), lugha (taal, inclusief balagha en fasaha) en usūl al-fiqh (de beginselen van de fiqh). De wetenschap van de Hadīth is een wetenschap die onafhankelijk is van de wetenschap van de Koran maar, ook een wetenschap die noodzakelijk is voor een goed begrip van de Koran.
Een punt dat ik nu zou willen maken is dat er mensen zijn die de noodzaak van de Hadīth in twijfel trekken. Sterker nog, Koranieten beweren dat de Hadīth irrelevant is en dat zij alleen de Koran zullen bestuderen [en dat dit voldoende is]. Dit is een belachelijke bewering. Allah zegt in de Koran:  

“Onze Heer! En zend tot hen een Boodschapper van hun eigen volk, die hen Uw Verzen voordraagt en die hen het Boek (de Koran) en de Wijsheid onderwijst en die hen reinigt. Voorwaar, U bent de Almachtige, de Alwijze.”
(Koran, Sūrat al-Baqara 2:129)

Het sleutelwoord hier is dat de Boodschapper er is om hen de boodschap te leren en hen wijsheid te verschaffen. Zelfs de Sahāba hadden problemen om bepaald taalgebruik in de Koran te begrijpen. In Sūrat al-Hashr vertelt Allah ons: “En wat de Boodschapper jullie ook geeft, aanvaard het, en wat hij jullie ook verbiedt, zie daar van af.”
(Koran, Sūrat al-Hashr 59:7) Hij zegt ook: “Maar nee, bij jouw Heer! Zij geloven niet totdat zij jouw rechter maken over een meningsverschil tussen hen, en vinden dan geen engte in harten omtrent wat jij beslist en onderwerpen zich met volledige overgave.”
(Koran, Sūrat al-Nisā 4:65)

Tenslotte zegt Allah: “O jullie die geloven, gehoorzaam Allah en gehoorzaam de Boodschapper en degenen uit jullie midden die gezag dragen; en als jullie ergens ruzie over maken, leg het dan voor aan Allah en de Boodschapper, als jullie geloven in Allah en de Laatste Dag. Dit is het beste en geschikter om het doel te bereiken.” 
(Koran, Sūrat al-Nisā 4:59)

Alles omvattend geloof ik dat het godslasterlijk is om te geloven dat Hij een onbelangrijke of onvolmaakte Boodschapper heeft gestuurd. Als de Boodschapper onbelangrijk was en niets aan de religie heeft toegevoegd, waarom heeft Allah dan niet het boek in één keer neer gezonden? Waarom werd het doorgeven via een Boodschapper? Laten we nu kijken naar de terminologie die gebruikt wordt in verband met deze wetenschap: Hadīth Linguïstisch gezien betekent Hadīth, mededeling of verhaal.Vanuit een technisch perspectief (verwant aan de wetenschap van de Hadīth) gezien, is het is de verzameling van de daden van de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem), zijn verklaringen en concessies. Bovendien, alle overleveringen die een beschrijving van de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem), zijn uiterlijke beschrijving en eigenschappen bevatten worden als Hadīth beschouwd, zoalsal-shamā’il al-Muhammadiyah. In de Koran wordt ook het woord Hadīth gebruikt. Allah verwijst naar de Koran als zijnde ahsan al-hadīth (Koran 39:23), hetgeen de beste der berichten betekent of de beste woorden. Hij waarschuwt ook: “Laat daarom diegene die deze Boodschap loochent aan Mij over. Wij zullen hen langzaam maar zeker vernietigen, op een manier dat zij het niet merken.”
(Koran, Sūrat al-Qalam 68:44)

Sunnah

Hadīth wordt ook vaak aangeduid als al-sunnah. Het woord Sunnah wordt afwisselend gebruikt met het woord Hadīth, in het bijzonder als we spreken over de bronnen van de Islamitische Jurisprudentie (als eerste de Koran, en als tweede de Hadīth of de Sunnah). Sunnah slaat ook op de levenswijze van de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem). Sunnah is verder ook een aanduiding of classificatie binnen de fiqh om de regelingen met betrekking tot diverse zaken van elkaar te onderscheiden. Als een bepaalde daad of handeling als Sunnah wordt aangeduid, dan betekent dit dat het aanbevolen of benadrukt wordt.

Het Belang van de Hadīth

De Profeet (Allah zegene hem en geve hem vrede) was een wandelende Koran. Hij was de manifestatie van de Koran op aarde, en de metgezellen waren zich hier zeer van bewust; daarom vergezelden ze hem. Om die reden dragen zij de titel “Metgezellen van de Profeet (Allah zegene hem en geve hem vrede)”. Het begrip ‘metgezel’ wordt niet te pas en te onpas gebruikt. Niet iedereen die een gelovige werd ten tijde van de Profeet (Allah zegene hem en geve hem vrede) is een metgezel. Alleen diegenen die hem ontmoetten (met uitzondering van 1 man die door de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem, als metgezel werd beschouwd, ondanks het feit dat hij niet kon komen om de Profeet, Allah zegenen hem en geve hem vrede, te ontmoeten.)
De metgezellen van de Profeet (Allah zegene hem en geve hem vrede) realiseerden zijn waarde en derhalve staken er zij ongelofelijk veel moeite in om in zijn gezelschap te verkeren, en alles wat hij zei en deed te bewaren en te koesteren.

`Umar (moge Allah tevreden met hem zijn) had een afspraak met een andere metgezel dat ze elkaar zouden afwisselen. De één zou er op uitgaan om te gaan  werken om zo in het onderhoud van zijn familie te voorzien, terwijl de ander bij de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) zou blijven en alles zou onthouden wat hij zei en deed. Op het einde van de dag deelden met ze elkaar wat ze geleerd hadden.
Abū Hurayra (moge Allah tevreden met hem zijn)  is een ander voorbeeld. Alhoewel hij betrekkelijk laat in de jaren van het Profeetschap van de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) een Moslim werd, heeft hij toch het meeste overgeleverd van alle metgezellen. Dit komt doordat zodra hij Moslim werd, hij één van de ahl al-suffah (arme metgezellen die bij de moskee van de Profeet, vrede en zegeningen zij met hem] verbleven) werd en zijn leven weidde aan het vergezellen van de Profeet (Allah zegene hem en geve hem vrede), en aan het leren van hem. Dit deed hij zoveel dat enkele metgezellen hem hebben getest vanwege zijn vele overleveringen, en hij doorstond al die testen.
Deze traditie werd zo nauwgezet gehandhaafd dat wanneer de Profeet (Allah zegene hem en geve hem vrede) in de oorspronkelijke overlevering iets deed, de overleveraars gedurende de loop der tijd precies hetzelfde deden. Er is een hele categorie van Hadīth genaamd al-musalsalāt, waarin de overleveraar zei, “en toen deed de Profeet (Allah zegene hem en geve hem vrede) dit …” en vervolgens deed hij precies hetzelfde wat de Profeet (Allah zegene hem en geve hem vrede) deed. Bijvoorbeeld glimlachen, het schudden van handen of tashbik (het ineenstrengelen van de vingers met de vingers van een ander). Dit geeft aan hoe nauwkeurig deze mensen die overleveringen handhaafden, dat zelfs wanneer de Profeet (Allah zegene hem en geve hem vrede) een bepaalde geste deed, zij het zeker zouden vermelden en herhalen.

De Noodzaak van de Wetenschap van Hadīth

De wetenschap van de Hadīth is een zeer specifieke en exacte wetenschap. De wetenschap van de jarh wa-ta`dīl (onderzoek naar de overleveraars) is er één die erg specifieke en heldere regelingen en beginselen kent die we zullen bespreken. De Hadīths van de Profeet (Allah zegene hem en geve hem vrede) waren zeer vergaand en breed. De metgezellen van de Profeet (Allah zegene hem en geve hem vrede) kwamen ver weg van Medina terecht. Sta er bij stil dat het leger dat Mekka veroverde 10.000 man sterk was en dat er slechts enkele duizenden metgezellen in Medina waren ten tijde van `Umar (moge Allah tevreden met hem zijn). Als u er bij stilstaat dat iedere metgezel waarschijnlijk de Hadīth niet slechts aan 1 persoon overleverde, maar aan een groep van studenten, dan kunt u zich voorstellen dat de boom breder en breder wordt. En zo wordt ook de noodzaak om deze overlevering te verzamelen duidelijk.

De Verzameling van de Hadīth

De vroegste verzamelingen van Hadīth werden door de metgezellen zelf bijgehouden. Sommige metgezellen bewaarden (papieren) rollen met Hadīth. We weten dat Abū Bakr (moge Allah tevreden met hem zijn) een verzameling van Hadīth bewaarde. Toch werd het merendeel van de overlevering van Hadīth in mondelinge vorm overgedragen. De eerste verzameling van Hadīth werd samengesteld door Abū Bakr ibn Hazm onder toezicht van `Umar ibn `Abdul `Azīz. Daaropvolgend werden vele beroemde verzamelingen samengesteld, waarvan de eerste en meest prominente de muwatta van Imam Mālik is, gevolgd door vele anderen zoals de musnad van Imam Ahmad, Sahīh al-bukhārīmustadrak al-hakīmenzovoorts.

Overdracht van Hadīth

Er zijn acht manieren waarop een Hadīth kan worden overgedragen van de ene persoon aan de andere, zoals de Hadīthgeleerden deze hebben onderscheiden.
[1] Luisterend: de ontvanger van de Hadīth luisterde naar degene die de Hadīth overbracht en memoriseerde deze.
[2] Presenterend: de ontvanger van de Hadīth vertelde het na in de aanwezigheid van de overleveraar die de overlevering goedkeurde. Dit is in het bijzonder belangrijk in onze tijd, we leven immers in het informatietijdperk. Er is een overvloed aan informatie, maar er is een gebrek aan kennis. Informatie wordt zo maar overgedragen zonder acht te slaan op bepaalde regels. Het is belangrijk om te vermelden dat diegenen die Hadīths vertelden als zijnde overgeleverd van anderen, zonder hun toestemming, bekend stonden als “Dieven van Hadīth”.
[3] Toestemming: degene die de Hadīth overdroeg had de ontvanger toestemming gegeven om Hadīths te vertellen die afkomstig waren van hem.
[4] Geven: een boek met Hadīth werd door degene die de Hadīth overdroeg gegeven aan de ontvanger, en deze werd toegestaan om de Hadīth daarin te vertellen.
[5] Geschreven: Een geschreven boodschap met daarin een Hadīth werd door degene die de Hadīth overdroeg naar de ontvanger gestuurd.
[6] Bekendmaking (i`lām): het informeren over Hadīths . Dit betekent dat de informant iemand informeert over het feit dat hij toestemming heeft om een bepaald boek met Hadīths over te dragen, op grond van de autoriteit van een bepaalde geleerde. Sommige geleerden staan dit toe terwijl anderen dit verwerpen.
[7] Erfenis: degene die de Hadīth overdroeg vermeldde de Hadīth in zijn testament zodat vaststond dat de ontvanger deze zou ontvangen.
[8] Gevonden: de ontvanger kwam een werk tegen van een overleveraar die de Hadīth bevatte.
Dit werd opgeschreven door de Hadīthgeleerden, en de manier waarop de Hadīth werd overgedragen droeg bij aan de authenticiteit van de Hadīth. Bijvoorbeeld, wanneer over Hadīths wordt verteld, zul je de auteurs van de boeken met betrekking tot Hadīth vaakhadathanā of akhbaranā zien schrijven, en soms schreven ze slechts an fulān `an ilān(het woord ‘an’ betekent dat de Hadīth ‘door die en die werd overgeleverd). Dit zijn geen willekeurige woorden en worden niet zonder enig belang gebruikt. Bijvoorbeeld, hadathanāwijst erop dat de leraar het aan de student voorlas en dat de student dat overlevert, terwijlakhbarana betekent dat de student het zelf voorlas aan de leraar, en dat de wijze waarop hij het memoriseerde werd goedgekeurd.

De Studie van de Hadīth

Geleerden hebben grote waarde gehecht aan de studie van de Hadīth. Ze hebben gediscussieerd over de vraag hoe vroeg iemand kan beginnen met het bestuderen ervan, en hoe iemand dit kan perfectioneren. Sommigen hebben gezegd op zijn vroegst al vanaf 10 jaar, anderen hebben 12, 15 of 20 jaar gezegd. Eén geleerde heeft zelfs gezegd dat een kind kan beginnen met het leren van Hadīth zodra hij het verschil weet tussen een koe en een ezel. Een voorbeeld van hoe vroeg je kan beginnen is Imam Shāfi`ī die de muwatta vanMālik al op 10-jarige leeftijd uit zijn hoofd had geleerd.

Verificatie van Hadīth

Waarom werd een Hadīth geverifieerd? Waarom werden alle verschillende classificaties en standen nagegaan en iedere overleveraar onderzocht? De belangrijkste reden was om de Hadīth te behoeden tegen corruptie en wijziging vanwege ideologische en politieke invloeden, om zo de Hadīth te beschermen tegen verzinsels. Er waren veel redenen voor verzinsels, sommigen waren politiek van aard, anderen waren eenvoudigweg uit persoonlijk belang. Desondanks, toen de angst voor mensen die Hadīths verzonnen en ze aan de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) toeschreven werkelijkheid werd, begonnen geleerden van de religie zich toe te weiden aan het behoud van de profetische overleveringen.

Classificatie van Hadīth

De classificaties van de Hadīths werden bedacht door de Hadīthgeleerden om de keten en het geheel van de Hadīth te waarderen, en om ze te classificeren om zodoende de verzonnen Hadīths te verwijderen. Opgemerkt dient te worden dat zelfs deze classificaties niet absoluut zijn. Sommige Hadīthgeleerden waren strikter dan anderen. De Hadīth-geleerden zelf kunnen gerangschikt worden als mu`tadil (gematigd) zoals al-Dhahābī,mutashaddid (strikt) zoals Ibn al-Jawzī en al-Daraqutnī, en mutasahil (mild) zoals al-Hakīm. Om de authenticiteit van een Hadīth vast te stellen onderzoeken de geleerden het geheel van de Hadīth en de keten van overleveraars. De keten wordt op twee dingen getoetst, herhaling van de overlevering en een onafgebroken verloop terug naar de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem). Bovendien wordt iedere overleveraar in de keten beoordeeld op zijn eerlijkheid en de sterkte van zijn geheugen.

Herhaling van de Overlevering

(a) Mutawātir: een mutawātir Hadīth is er een die is overgeleverd door een groep mensen op ieder niveau van zijn keten. Een voorbeeld van tawātur is het feit dat Antarctica bestaat. Het is iets dat door een grote groep mensen is waargenomen (in het echt of op satelliet foto’s) en vermeld aan een grotere menigte mensen die het vervolgens opschreven in boeken voor de rest van ons. mutawātir bestaat uit twee soorten: [1] Letterlijk: Dit betekent dat we veel kopieën hebben van de Hadīths die overgeleverd zijn door verschillende mensen, maar allemaal in precies dezelfde woorden. Deze zijn zeldzaam in de verzameling van profetische overleveringen.
[2] Contextueel: Dit houdt in dat de Hadīth door veel mensen is overgeleverd op ieder niveau van de keten, maar niet in precies dezelfde woorden. Er zijn veel van dergelijke Hadīths en de meeste ervan vormen de basis voor de fundamenten van de Islamitische geloofsleer en jurisprudentie.
 

(b) Ahad: Dit type behelst de meerderheid van de profetische overleveringen. Het is de Hadīth die slechts enkele eenstemmige overleveraars heeft op ieder niveau van zijn keten. Deze kan op zijn beurt weer onderverdeeld worden in enkele subgroepen. Het is belangrijk om te begrijpen dat in de onderstaande categorieën het gegeven nummer, het geringste aantal van eenstemmige overleveraars vertegenwoordigt op ieder niveau van de keten. Dus als bijvoorbeeld een Hadīth 6 overleveraars onder de metgezellen telt (dat is niveau 1) en dan 8 overleveraars onder de tabi’īn (niveau 2), en dan 2 overleveraars op niveau 3 en dan nog 12 overleveraars op niveau 4, dan is de breedte van de keten van de Hadīth ‘2’, welke de breedte is van de keten op niveau 3 omdat dit het smalste punt is van de keten. Deze Hadīth zou dan `azīz zijn (keten breedte 2), alhoewel deze is overgeleverd door 6 Metgezellen en uiteindelijk 10 mensen. Hieronder volgen de verschillende soorten ahad Hadīths:
[1] Mashhūr (beroemd): dit betekent niet beroemd onder de mensen, maar vaak gezien. Dit is de Hadīth die een minimum ketenbreedte heeft van drie.
[2] `Azīz: (waardevol of zeldzaam): de Hadīth die een minimum ketenbreedte heeft van twee.
[3] Gharīb (vreemd): de Hadīth die een minimum keten breedte heeft van één.
[4] al-Fard (enkel): deze bestaat uit twee types: fard mutlaq, waarbij deze bijzondere Hadīth werd doorgegeven door die speciale persoon alleen. Of fard nisbī: dit heeft verschillende betekenissen:
I. geen van de betrouwbare overleveraars heeft deze Hadīth doorgegeven behalve deze persoon, of (we kunnen zeggen) anderen hebben het ook overgeleverd maar ze waren niet betrouwbaar.
II. geen van de geleerden van enige andere regio heeft het doorgegeven behalve de geleerden van één regio.

Continuïteit van Overlevering 

[1] Marfu`: teruggaand tot aan de Profeet (Allah zegene hem en geve hem vrede). Dit betekent dat de metgezel die overlevert specifiek verklaard heeft dat de Profeet (Allah zegene hem en geve hem vrede) dit gezegd heeft.
[2] Hukm al-Marfu`: verbonden door redenering. Als de metgezel dit niet heeft genoemd als een gezegde van de Profeet (Allah zegene hem en geve hem vrede), terwijl het iets is dat alleen van de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) had kunnen komen.
[3] Musnad/Mutassil: volledig verbonden, dit betekent dat er geen gaten zijn in de keten en dat iedereen in de keten het direct van de persoon voor hem in de keten gehoord heeft.[3]Mawqūf (gestopt): de Hadīth is een gezegde van een metgezel.
[4] Maqtu` (afgesneden): de Hadīth is een gezegde of les van een tabi’ī .
[5] Mursal: de tabi’i verhaalt dat de Profeet (Allah zegene hem en geve hem vrede) dit heeft gezegd, zonder de metgezel te noemen die hem dit vertelt heeft.
[6] Mu`alaq (hangende): er is een onderbreking in het begin van de keten.
[7] Munqatī: er is een onderbreking in het midden van de keten.
[8] Mu`dal: er is een gat tussen twee overleveraars in de keten.
[9] Mu’an`ān: overgeleverd door het gebruik van an zoals hiervoor uitgelegd.
[10] Musalsal: overgeleverd met een gebaar of daad door de Profeet (Allah zegene hem en geve hem vrede) die in de overlevering is opgenomen.

Classificatie van Hadīth

Nu onderzoeken we de verschillende classificaties van Hadīth die, zoals we zeiden, zowel een middel vormen om de keten van de Hadīth alsmede het geheel van de Hadīth te onderzoeken.
(a) Maqbūl (geaccepteerd): dit betekent dat de Hadīth wordt geaccepteerd als bewijs in de Islamitische jurisprudentie. Aldus kan een geleerde in het Islamitische recht dit aan zijn gelijken laten zien als een bewijs voor zijn standpunt. Dit wordt onderverdeeld in:
[1] Sahīh (authentiek): dit is de hoogste rang van authenticiteit en heeft twee subrangen:
I. Intrinsieke Sahīh: het is dan sahīh omdat zijn keten en geheel alle noodzakelijke toetsingsmomenten hebben doorstaan.
II. Sahīh door andere middelen: Dit betekent dat de Hadīth enkele kleine gebreken heeft in zijn keten, die er eigenlijk toe zou moeten leiden dat de Hadīth gekwalificeerd zou dienen te worden als hassan (zie hieronder); maar omdat andere Hadīths de bedoeling ervan kunnen weerklinken, wordt de Hadīth verheven tot de classificatie van sahīh.
[2] Hassan (goed): deze kan eveneens worden onderverdeeld in intrinsieke hassan enhassan door andere middelen, terwijl het oorspronkelijk eigenlijk een zwakke Hadīth zou kunnen zijn.  (b) Mardūd (verworpen): dit houdt in dat de Hadīth serieuze fouten in zijn keten of geheel bevatten, die voorkomen dat ze een bewijs kunnen vormen in de jurisprudentie en recht. Ze worden onderverdeeld in twee soorten:  [1] Da`īf (zwak): dit zijn Hadīths die fouten in hun keten bevatten die niet rechtgezet kunnen worden. Dit houdt echter niet noodzakelijk in dat de Hadīth niet waar of verzonnen is. Het betekent eenvoudigweg dat deze Hadīth, in zijn keten, niet waarheidsgetrouw de woorden van de Profeet (Allah zegene hem en geve hem vrede) weergeeft.   [2] Mawdu` (verzonnen): dit is een Hadīth die een duidelijke aanwijzing bevat van verzinsels in zijn keten of geheel. Hier volgt een lijst met criteria om een Hadīth als sahīh te kwalificeren:[1] Geen strijdigheden met de Koran of andere bestaandeSahīh Hadīth. [2] Continuïteit in de keten van overleveraars.  [3] Geen Illa (gebreken). Er zijn vele werken over de “Gebreken van Hadīth” verschenen, geschreven door vooraanstaande geleerden als al-Tirmīdhī en al-Daraqutnī.   [4] Voorts dient iedere overleveraar in de keten`adil (rechtvaardig), waarheidgelievend en thābit (van sterk geheugen) te zijn.  Als een sahīhHadīth aan sommige van deze voorwaarden niet voldoet, wordt deze gedegradeerd tot de rang van hassan. Echter, bepaalde fouten zouden de Hadīth verlagen tot de rang van da`īf. Ik zou hier graag een opmerking willen maken over het gebruik van de da`īf  Hadīth. Sommige mensen behandelen de da`īf  Hadīth tegenwoordig alsof ze helemaal nietbruikbaar zouden zijn. Wanneer iemand een Hadīth aanhaalt zeggen ze “Oh, ik heb gehoord dat deze da`īf is,” alsof dit de Hadīth op de een of andere manier waardeloos maakt. Dit is een onjuiste benadering, als een da`īf Hadīth onbruikbaar was, waarom bewaarden al die Hadīthgeleerden ze dan 1400 jaar lang? Waarom verwijderden ze hen niet gewoon? Da`īfheeft veel waarde in ons leven en het is algemeen geaccepteerd dat je een zwakke Hadīth kan volgen op het gebied van fadā’il (morele aanmoediging/spiritualiteit). Er zijn werken van grote Hadīthgeleerden over hoe en wanneer een da`īf Hadīth te gebruiken. Soms kan eenda`īf Hadīth zelfs worden gebruikt in de jurisprudentie, als een tekst. Een voorbeeld hiervan is de Hadīth van de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) dat “er geen legaat is voor een erfgenaam” hetgeen betekent dat je een gedeelte van je bezit niet kunt nalaten aan iemand die van jou erft op natuurlijke wijze. Dit is een da`īf Hadīth, terwijl het er wel één is die gebruikt werd door geleerden of het gebied van het erfrecht, omdat deze breed geaccepteerd is en in praktijk gebracht wordt.

Terminologie van de Hadīthgeleerden

Om een beeld te krijgen van de hoeveelheid inzet en toewijding die deze geleerden in hun werk hebben gestopt, nemen we een kijkje naar de titels en rangen die ze hebben. Een geleerde die een “Hujja” met betrekking tot Hadīth wordt genoemd, is diegene die op zijn minst 300,000 Hadīths uit zijn hoofd leert. Een Hakīm is diegene die alle bekende Hadīthsuit zijn hoofd kent. Als je deze aantallen verbazingwekkend vindt, denk dan eens over het volgende na: Imam Ahmad leerde 1 miljoen Hadīths uit zijn hoofd, en hij zei dat 700.000 daarvan sahīh waren. Abū Zar`a al-Rāzī leerde 700.000 Hadīths uit zijn hoofd. Muslim leerde er 140.000 over tafsir (uitleg van de Koran) uit zijn hoofd en 300,000 Hadīths in totaal. Imam Bukhārī leerde 100.000 sahīh Hadīths uit zijn hoofd, en 200.000 die niet sahīh waren. Een laatste punt ter overdenking is dat ondanks al hun werk, de Hadīthgeleerden nog steeds (slechts) Hadīth-geleerden zijn. Het zijn van een Hadīth-geleerde maakt iemand niet automatisch een geleerde in de fiqh (Islamitische Jurisprudentie). Een duidelijk voorbeeld hiervan is al-Amāsh, die één van de grootste Hadīthgeleerden ten tijde van Abū Hanīfa was. Wanneer hem een vraag gesteld werd over een bepaalde kwestie, zei hij dat hij geen Hadīth kende hierover. Abū Hanīfa echter gaf een fatwa over deze zaak, gebaseerd op een Hadīth die hij beweerde gehoord te hebben van Al-Amāsh. Toen Al-āsh hierover bij Abu Hanifah informeerde, legde de Imam hem uit hoe hij één van de Hadīths gebruikte die Al-Amash hem had verteld hierover, en Al-Amash zei: “Wij (de geleerden van Hadīth) zijn als apothekers en jullie (de geleerden van de fiqh) zijn als artsen.”

Vraag: Zit er een zekere wijsheid verscholen achter de benaming van de Hadīthboeken, zoals sahīh van Bukhārī of de musnad van Ahmad?  Antwoord: Ja, er is een specifieke terminologie voor het benoemen van de Hadīthboeken:

[1] Sahīh: Dit betekent dat het boek alleen sahīh Hadīths bevat. Een voorbeeld hiervan is desahīh al-bukhārī

[2] Sunan: dit betekent dat het boek wordt geordend op de manier zoals de juridische boeken worden geordend (dat wil zeggen dat het begint met tahāra [reinheid] en dan het gebed, vasten, liefdadigheid, enzovoorts).

[3] Al-Jāmi`: dit betekent dat het boek acht specifieke hoofdstukken bevat in zijn inhoudsopgave. Deze bevatten de sīrah (het leven de Profeet, Allah zegene hem en geve hem vrede) en tafsīr (Koranexegese).

[4] Musnad: dit betekent dat het boek is samengesteld aan de hand van de Sahāba (dat wil zeggen een hoofdstuk met Hadīths overgeleverd door A`īsha, dan éen met Hadīthsovergeleverd door `Umar, enzovoorts).

[5] Mustadrak: een voortzetting van een werk door een voorafgaande geleerde. Een voorbeeld zou zijn een geleerde die alle sahīh Hadīths over de sīrah trachtte te verzamelen. Een latere geleerde zou dan een boek schrijven en hieraan Hadīths toevoegt waarvan hij gelooft dat de oorspronkelijke auteur ze weg liet of niet kende.