Zaken die het vasten verbreken

 

Zaken die het Vasten verbreken

 

Al-Moefattiraat[1] – Zaken die het Vasten Verbreken.

“Wat zijn de moefattiraat die het vasten van een persoon verbreken?”

Antwoord:

“De Moefattiraat die in de Qor’aan staan vermeld zijn er drie:

 

  • Het eten;
  • Het drinken;
  • En de geslachtsgemeenschap.

En de bewijsvoering hiervoor is de Uitspraak van de Allaah:

“Dus hebt nu geslachtsgemeenschap met hen en zoek datgene wat Allaah voor jullie

beschikt heeft, en eet en drinkt totdat de witte draad (licht van de dageraad) zich voor

jullie onderscheidt van de zwarte draad (donkerte van de nacht), maakt vervolgens

jullie vasten compleet tot de nachtval.” (Soerah Al-Baqarah (2), Vers 187)

 

(Ten eerste en ten tweede); Wat betreft het eten en het drinken, (dan maakt het niet uit) of het

nu haraam of halaal (eten betreft), en of het bevorderlijk is voor het lichaam of schadelijk, of

(dat het) èn niet bevorderlijk èn niet schadelijk is, of dat nu weinig of veel is. Op basis hiervan

is dus ook het roken een moefattir, ondanks het feit dat het èn schadelijk èn haraam is. De

geleerden zeggen verder ook dat als een persoon iets ter grootte van een graankorreltje inslikt,

hij dan daarmee zijn vasten tenietgedaan heeft. Terwijl iets ter grootte van een graankorreltje

niet bevorderlijk is voor het lichaam. Toch wordt het gerekend tot de moefattiraat.

 

Ten derde; Geslachtsgemeenschap. En dat is de ernstigste vorm van de moefattiraat, vanwege

de verplichting van kaffaarah[2] die het met zich mee brengt. En die kaffaarah is dan het

vrijlaten van een slaaf, als hij die niet vindt dan dient hij twee maanden achtereenvolgens te

vasten, als hij daartoe niet in staat is, dan dient hij zestig armen te voeden.

 

Ten vierde; Zaadlozing door (seksuele) lust.[3] Als een zaadlozing bij een persoon plaatsvindt,

doet dat zijn vasten teniet. Echter hierbij vindt geen kaffaarah plaats, omdat die slecht bij

geslachtsgemeenschap plaatsvindt.

 

Ten vijfde; Injectiespuiten waarmee men zich laat voorzien van eten en drinken. Het betreft

hier dus de injectievoedingen.[4] Wat betreft de injectiespuiten die geen voedende werking

hebben, die toen het vasten niet teniet. Of een persoon die nu binnenkrijgt via de aderen of via

de spieren. Het is dan immers geen eten of drinken en heeft dan ook niet de functie van eten

of drinken.

 

Ten zesde; Opzettelijk overgeven. Als een persoon opzettelijk overgeeft, doet dat zijn vasten

teniet. Als hij echter gedwongen is om over te geven, dan rust er op die persoon geen blaam.[5]

 

Ten zevende; Het uitvloeien van menstruatiebloed of postnatale bloeding. Als bij een vrouw

menstruatie (bloed) uitvloeit, ook al zou dat maar een ogenblik vóór het ondergaan van de zon

plaatsvinden, dan doet dat het vasten teniet.[6]

 

Ten achtste; Het uitvloeien van bloed door alHidjaama[7]. Het bewijs hiervoor is de uitspraak

van de Boodschapper (salallaahoe ‘alayhie was sallem): “Degene die hidjaama uitvoert en

degene die hidjaama laat uitvoeren, hebben hun vasten verbroken”.[8] Als een persoon

hidjaama laat uitvoeren, en er verschijnt bloed, dan verbreekt dat het vasten. En het verbreekt

ook het vasten van degene die al-hidjaama uitvoert als dat op de manier plaatsvindt die

bekend stond in de tijd van de Profeet (salallaahoe ‘alayhie was sallem). En dit houdt in dat de

haadjim[9] kleine porties bloed aftapt. Echter als hij de hidjaama uitvoert middels apparatuur

die losgekoppeld staat van de haadjim, dan verbreekt dat slechts het vasten van de

mahdjoem[10] en niet van de haadjim.

 

Als deze moefattiraat gedurende de dag van de Ramadan gebeuren, komen voor de

betreffende persoon de volgende zaken kijken:

 

  • De zonde;
  • Het tenietdoen van het vasten;
  • De verplichting om zich de rest van de dag te onthouden aan de moefattiraat;
  • De verplichting om de betreffende dag in te halen.
  • En als de moeffatir plaatsvindt door geslachtsgemeenschap, komt daar een vijfde zaak bij
  • kijken, en dat is de kaffaarah.

Maar men dient ook te weten dat deze moeffatiraat het vasten niet verbreken behalve bij de

aanwezig van de volgende drie voorwaarden:

  • De kennis;
  • Het bewustzijn;
  • De wil.

(De eerste voorwaarde is) dus als een persoon enige van deze genoemde moefattiraat

overkomt, zonder dat hij er kennis van heeft (dat het daadwerkelijk zijn vasten verbreekt) Het

vasten van die persoon is dan correct. Of dat nu is, omdat hij onwetend is met betrekking tot

de tijd of onwetend is met betrekking tot de regelgeving.

 

Een voorbeeld van onwetendheid met betrekking tot de tijd, is als een persoon in het laatste

gedeelte van de nacht op staat en hij denkt dat de tijd van fadjr nog niet is aangebroken en hij

eet en drinkt dan, waarna het hem duidelijk wordt dat de fadjr al is aangebroken. Het vasten

van die persoon is dan correct, omdat hij onwetend is betreffende de tijd.

 

En een voorbeeld van iemand die onwetend is betreffende de regelgeving, is als een persoon

hidjaamah laat uitvoeren, en hij weet niet dat de hidjaamah de vasten doet verbreken. Er dient

dus tegen die persoon gezegd te worden: “Je vasten is correct.” En het bewijs hiervoor is de

uitspraak van Allaah:

“O onze Heer! Leg geen rekenschap af, als wij vergeten of een fout begaan.” [11] [12] (

Soerah Al-Baqarah (2), Vers 186)

 

En vanuit de Soennah, de hadith van Asmaa bint Abie Bakr (radiallaahoe ta’alla ‘anha), die

overgeleverd is door Al-Boechaarie in zijn Sahieh: “Wij verbraken ons vasten op de dag, dat

het erg bewolkt was ten tijde van de Profeet (salallaahoe ‘alayhie was sallem) … Daarna

kwam de zon op, zodat hun eten en drinken gedurende de dag plaats vond. Zij wisten dat

echter niet, en dachten dat de zon al onder was gegaan. En de Profeet (salallaahoe ‘alayhie

was sallem) droeg hen niet op om die dag in te halen. En als het verplicht zou zijn geweest,

dan had hij hen zeker daartoe opgedragen. En als hij hen daarmee opgedragen zou hebben,

dan zou dat aan ons zijn overgeleverd[13]. Echter, als een persoon eet en drinkt, terwijl hij

denkt dat de zon al is onder gegaan, en erachter komt dat de zon nog niet is ondergegaan, is

hij verplicht om zich te onthouden, totdat de zon daadwerkelijk is ondergegaan. En zijn vasten

is dan correct.

 

De tweede voorwaarde is dat een persoon bij bewustzijn is. Het tegenovergestelde van

bewustzijn is vergeetachtigheid. Als een vastende dus vergeet, en eet en drinkt, dan is zijn

vasten correct. Dit is gebaseerd op de Uitspraak van de Meest Verhevene:

“O onze heer! Leg ons geen rekenschap af, als wij vergeten of een fout begaan.” (Soerah Al-

Baqarah (2), Vers 186)

En de uitspraak van de Profeet (salallaahoe ‘alayhie was sallem), die overgeleverd is door

Aboe Hoereirah (radiallaahoe ta’alla ‘anhoe): “Degene die eet of drinkt, terwijl hij vastende is,

dient zijn vasten door te zetten. Allaah immers, heeft hem dan te eten en te drinken

gegeven.”[14]

 

De derde voorwaarde is de wil. Als een vastende enige van deze moefattiraat pleegt, zonder

eigen wil en keuze, dan is zijn vasten correct. Als hij bijvoorbeeld zijn mond aan het spoelen

was, en water vervolgens naar zijn buik daalt, zonder opzet, dan is zijn vasten correct.

Als een persoon zijn vrouw dwingt tot het hebben van geslachtsgemeenschap en zij is niet in

staat om hem van zich af te houden, dan is haar vasten correct. Zij heeft het immers niet

gewild. En het bewijs daarvoor is de Uitspraak van de Meest Verhevene over degene die

gedwongen koefr pleegt.

“Degene die ongelovig is geworden in Allaah na geloof te hebben gehad, behalve hij die

daartoe gedwongen is en zijn hart gevuld is met geloof.” [15] (Soerah An-Nahl (16), Vers

106)

 

Als een vastende gedwongen wordt om zijn vasten te verbreken of het begaan van een

moefattir, zonder eigen wil of opzet, dan rust er op die persoon geen blaam en is zijn vasten

correct.”


 

Bron: ‘48 Vragen betreffende het Vasten’.

[1] Moefattiraat is het meervoud van moefattir en duidt op alle zaken die het vasten van een

persoon verbreken. Al-iftar is het tegenovergestelde van as-saum (vasten), en heeft dus de

betekenis van ‘het verbreken van het vasten’.

[2] Een kaffaarah is een boetedoening voor het begaan van een verboden zaak in de Islaam.

[3] Wat betreft de zaadlozing door (seksuele) lust, daarvoor is het bewijs de uitspraak van

Allaah betreffen de vastende: “Hij laat zijn eten en drinken omwille van Mij.”

[Overgeleverd door Ibn Maajah: Het Boek van het Vasten / Hoofdstuk: Betreffende de

Superioriteit van het Vasten (1638)]. En zaadlozing is een lust. Dit is gebaseerd op de

uitspraak van de Profeet (salallaahoe ‘alayhie was sallem): “In het hebben van

geslachtsgemeenschap (met jullie wettige vrouwen), zit liefdadigheid.” Zij zeiden: “O

Boodschapper van Allaah, dus als iemand van ons zijn seksuele lusten gaat bevredigen (met

zijn wettige vrouw/en), krijgt hij dan daarvoor beloning?” Hij zei: “Zien jullie dan niet, dat

wanneer hij die lusten op een harame manier gaat bevredigen, dat dan voor hem een

zonde staat. Zo is het ook, wanneer hij die op een halale wijze gaat bevredigen, hij

daarvoor een beloning krijgt.” [Overgeleverd door Moeslim: ‘Het Boek over de Zakaat.

Hoofdstuk: De Verduidelijking dat de Term Sadaqah toegepast wordt op elke Soort goede

Zaak (1006)]. [Bron: Fataawah Arkaan Al-Islaam door Shaych Al-‘Othaymien].

[4] Deze nemen immers de functie in van voedsel en drank, waardoor een persoon geen

behoefte meer heeft aan eten of drinken. En alles wat de functie inneemt van iets anders,

daarop is dezelfde regelgeving van toepassing. Om die reden blijft het lichaam in afwachting

op het innemen van die injectiespuiten. Dit betekent dat het lichaam gevoed blijft door die

injectiespuiten, ook al kan een persoon op een andere manier helemaal geen voedsel tot zich

nemen. [Bron: Fataawah Arkaan Al-Islaam door Shaych Al-‘Othaymien].

[5] De hadith van Aboe Hoerairah (radiallaahoe ta’alla ‘anhoe) dat de Profeet (salallaahoe

‘alayhie was sallem) heeft gezegd: “Degene die overgeeft dient zijn vasten in te halen, en

degene die gedwongen is over te geven, hoeft zijn vasten niet in te halen.”[Overgeleverd

door Aboe Dawoed: Het Boek van het Vasten / Hoofdstuk: De Vastende die opzettelijk

overgeeft (2370). En At-Tirmidhi: Het Boek over het Vasten / Wat overgeleverd is wanneer

opzettelijk wordt overgegeven (720)] . En de wijsheid daarvan is dat als een persoon

overgeeft zijn buik leeg wordt gemaakt van voedsel En het lichaam heeft juist datgene nodig

waarvan het lichaam ontdaan is. Daarom zeggen wij, als het om een verplichte vasten gaat,

dan is het voor een persoon niet toegestaan om over te geven. Als hij immers overgeeft, heeft

hij daarmee zijn verplichte vaste tenietgedaan. [Bron: Fataawah Arkaan Al-Islaam door

Shaych Al-‘Othaymien].

[6] Dit is gebaseerd op de uitspraak van de Profeet (salallaahoe ‘alayhie was sallem) over de

vrouw: “Is het niet waar dat een vrouw niet kan bidden of kan vasten gedurende haar

menstruele bloedingen?” [Overgeleverd dor Al-Boechaarie in ‘Het Boek over de Menstruele

Bloedingen’ (304). En door Moeslim in ‘Het Boek over het Geloof’ (79)]. En de geleerden

hebben een consensus dat het vasten van een menstruerende vrouw niet correct is. En dit geldt

ook voor vrouwen die lijden aan postnatale bloedingen. [Bron: Fataawah Arkaan Al-Islaam

door Shaych Al-‘Othaymien]

[7] Al-Hidjaamah is het (medisch) af laten tappen van bloed.

[8] Overgeleverd door Al-Boechaarie als een moe’allaq hadith. Het Boek van het Vasten /

Hoofdstuk over Al-Hidjaamah en het opzettelijke Overgeven. Ook At-Tirmidhi: Het Boek

over het Vasten / Hoofdstuk: de Afkeurenswaardigheid van Al-Hidjaamah voor de Vastende

(774).

[9] De haadjim is degene die de hidjaamah uitvoert.

[10] De mahdjoem is degene die hidjaamah laat uitvoeren.

[11] Over geleverd aan het begin van Sahieh Moeslim van de hadith van Aboe Hoereirah:

“Allaah heeft ja gezegd!” En de hadith van Ibn ‘Abbaas dat Allaah hierop gezegd heeft:

“Dat heb ik gedaan!” [Bron: Tafsir Al-Qor’an Al-‘Adhiem van Ibn Kathir].

[12] En gebaseerd op de Uitspraak van de Meest Verhevene: “Er rust op jullie geen blaam

wanneer jullie hierin een fout begaan, behalve wat jullie harten opzettelijk bedoelen.”

(Soerah Al-Ahzaab (33), Vers 5). En beide bewijzen zijn algemeen.

[13] Dit is gebaseerd op de Uitspraak van de Meest Verhevene: “Waarlijk! Wij zijn het die

de Vermaning hebben neder gezonden en voorzeker, Wij zullen het beschermen.”

(Soerah Al-Hidjr (15), Vers 9).

[14] Overgeleverd door Al-Boechaarie in ‘Het Boek over het Vasten’ (1933) en door Moeslim

in ‘Het Boek over het Geloof’ (49).

[15] Als dus de regelgeving betreffende ongeloof is, dat het opgeheven wordt door dwang, dan

wordt al het andere (dan ongeloof) zeker opgeheven. En ook de hadith die overgeleverd is dat

de Profeet (salallaahoe ‘alayhie was sallem) heeft gezegd: “Allaah heeft van mijn

gemeenschap de fouten, de vergeetachtigheid en datgene waartoe het gedwongen wordt,

opgeheven.” [Overgeleverd door Ibn Maadjah in ‘Het Boek over het Echtscheiding’ (2043)].

[Bron: Fataawah Arkaan Al-Islaam door Shaych Al-‘Othaymien].

http://www.ahloelhadieth.com/