Burenrecht in de Islam een les voor de mensheid

 

Burenrecht in de Islam een les voor de mensheid!

Dja’far ibn Abi Talib, één van de metgezellen van de Profeet (salla allahoe aleihi wa sallam), was leider van een groep moslims die was geëmigreerd naar Habasja (Ethiopië). De Koning van dat rijk, Nadjasji genaamd, vroeg Dja’far ibn Abi Talib over zijn godsdienst. In zijn antwoord gaf Dja’far ibn Abi Talib een duidelijke uitleg over de kern van de Islam en over het verschil tussen Islam en onwetendheid.

“Wij waren vroeger een onwetend volk, wij aanbaden afgoden, wij aten kadavers, wij pleegden ontucht met vrouwen, wij verbraken sociale banden, behandelden onze buren slecht en de sterken verdrukten de zwakken. Dit deden wij tot Allah (soebhanahoe wa teala) Zijn Boodschapper (salla allahoe aleihi wa sallam) zond die wij kennen als eerlijk en betrouwbaar. Hij (salla allahoe aleihi wa sallam) riep ons op tot geloof in Allah (soebhanahoe wa teala) en tot het achterwege laten van dat wat wij en onze vaderen deden, zoals het aanbidden van afgoden en voorwerpen. Hij riep ons op tot het spreken van de waarheid, het verstevigen van sociale betrekkingen, het goed behandelen van buren en het afschaffen van dat wat slecht is. Hij verbood ons het plegen van kwaadsprekerij,ontucht, het afnemen van bezittingen van wezen en het zonder reden beschuldigen van personen. Hij (salla allahoe aleihi wa sallam) gebood ons Allah (soebhanahoe wa teala) te aanbidden. Geen deelgenoten aan Hem toe te kennen, het gebed te verrichten, de armenbelasting te betalen en te vasten in de maand Ramadan. Wij namen zijn woorden aan. Zij die dat niet deden behandelden ons vijandig en mishandelden ons. Zij probeerden ons te dwingen opnieuw de afgoden te aanbidden en ons over te halen tot het plegen van misdaden. Zij onderdrukten ons zo erg dat wij besloten naar uw land uit te wijken”.

Een goede relatie met buren

De Islam is een sociale religie die zicht richt op de gemeenschap en de gelovigen verplicht stelt op een goede en ethisch hoogstaande wijze met de medemens om te gaan. Daarbij is het niet van belang op welke manier van sociale omgang of om welke transactie het gaat, of welk geloof onze medemens heeft.

Deze verplichting is van toepassing ten opzichte van alle mensen en geldt in het bijzonder wanneer de betrokkenen ouders, overige familieleden of buren zijn.

toepassing ten opzichte in het bijzonder wanneer overige familieleden of

In de Quraan. in Surah An-Nisa 4 : 36 lezen we:

” Dient Allah en kent Hem geen deelgenoten toe, en weest goed voor de ouders, de verwanten, de wezen, de armen, en aan de buur die een bloedverwant is, en aan de buur die een vreemde is, en aan de metgezel en aan de reiziger en aan degenen die onder uw gezag staan Allah heeft zeker de pochers en opscheppers niet lief ”

In de Islam hebben buren zo’n bijzondere en vooraanstaande plaats dat hun recht op een goede behandeling groter is dan dat van een mede-gelovige die geen buur is. Met buren worden in de Islam bedoeld degenen die zich dicht naast huis, kantoor, bedrijf of school bevinden. En ook degenen die we regelmatig ontmoeten.

Een moslim behoort in vrede en harmonie met zijn buren te leven, zoals hij dat ook met zijn familie doet. De buurman is een plaatsvervanger van familie, en geniet vertrouwen als men op reis gaat, of een avond weg blijft, zoals je een vriend of broer vertrouwt. Er zijn vele voorvallen uit de levens van vroegere moslims, die als voorbeeld kunnen dienen.

Zo is over Abdullah ibn Omar (radiya Allahoe ´anh), een metgeze] van de Profeet Muhammad (salla allahoe aleihi wa sallam) een hadith bekend dat toen een geit voor hem werd geslacht, hij aan zijn gezinsleden vroeg: “Heeft onze buurman al een gedeelte van het vlees gekregen ? Want ik heb de Boodschapper van Allah, (salla allahoe aleihi wa sallam) horen zeggen: “De engel Djibriel gaf mij altijd het advies om goedheid te betrachten ten opzichte van buren zelfs in die mate dat ik dacht dat ze onze erfgenamen zouden worden. ”

Een ander voorbeeld is een voorval uit het leven van Abdullah ibn Mubarak (radiya Allahoe ´anh). Hij had een jood als buurman die zijn huis wilde verkopen. Toen hem werd gevraagd hoeveel hij voor het huis vroeg, antwoordde hij: ” Tweeduizend “. Toen hem werd gezegd dat het huis niet meer waard was dan duizend zei hij: “Dat klopt, maar ik vraag duizend voor het huis en duizend voor het voorrecht om buurman van Abdullah ibn Mubarak te mogen zijn “. Abdullah gaf zijn buurman toen het gevraagde bedrag.

Met buren worden niet alleen de bewoners van direct aangrenzende huizen bedoeld, maar de bewoners van veertig huizen, grenzend aan ons huis in alle richtingen. Ook vallen collega’s en reisgenoten onder de term buren.

Er kwam eens een man bij de Profeet (salla allahoe aleihi wa sallam) en zei: “0, Boodschapper van Allah, ik was op bezoek bij een volk en ontmoette de persoon die mij het meest kwelt, terwijl hij de dichtst bij wonende buurman is. De Profeet (salla allahoe aleihi wa sallam) zond toen zijn metgezellen Abu Bakr, Omar en Ali (radiya Allahoe ´anh). met een opdracht naar de Moskee. Daar gingen zij bij de ingang staan en riepen: ” Met buren worden bedoeld: de bewoners van de veertig dichtstbijzijnde huizen, en degene die zijn buren kwelt zal het Paradijs niet binnengaan.

Buren kunnen verschillende rechten hebben, afhankelijk van de overige relaties die tussen familie en personen, binnen de Islam, bestaan. De Profeet Mohammad (salla allahoe aleihi wa sallam) heeft volgens een overlevering gezegd:
“Er zijn drie soorten buren:
de buur die een recht heeft
de buur die twee rechten heeft
de buur die drie rechten heeft.
De buur die één recht heeft, is de buur die géén moslim en géén familie is.
De buur die moslim is heeft twee rechten, n.l. één als buur en één als moslim.
De buur die moslim en familie is, heeft drie rechten, n.l. één als buur, één als moslim en één als familielid.”

In de Islam bestaan een aantal rechten en plichten als buren te weten:

-Het voorkomen van overlast: Een deel van de rechten en plichten als buren dient er voor te zorgen dat buren geen last ondervinden en dient ervoor te waken dat buren zich niet gestoord en belemmerd voelen. Er moet ook op gelet worden dat buren niet door onzorgvuldigheid of ondoordachtheid in gevaar komen. Buren mogen elkaar niet bespioneren en niet observeren, en alles wat men toch te weten komt over het privé-leven van buren dient geheim te worden gehouden.

-Ruzie maken en schelden is uiteraard verboden. Dat geldt ook voor de kinderen van beide buren. Het wordt zelfs afgeraden om iets in het bijzijn van buurkinderen te eten of te drinken als men ze niets kan aanbieden. Ook dient voorkomen te worden dat buren overlast hebben (door afvoer) van afval, lawaai, harde muziek etc. Over het recht op rust dient gewaakt te worden. Vanzelfsprekend zijn handelingen als diefstal, overspel, etc. helemaal uit den boze in onze relatie met de buren. Misdaden en overtredingen die ten opzichte van buren worden begaan, worden in de Islam extra verafschuwd.

De Boodschapper van Allah, (salla allahoe aleihi wa sallam) , heeft gezegd: “Ik zweer bij Allah; hij is geen gelovige bij Allah, hij is geen gelovige.” Er werd hem gevraagd:
“Wie is geen gelovige?”, de Profeet (salla allahoe aleihi wa sallam) antwoordde: ” Degene wiens buren zich niet veilig voelen voor zijn slechte daden”

-Tot de gevaarlijkste misdaden behoren overspel, diefstal en schending van eer
Van Miqdaad Ibn Al Aswad weten we dat de Profeet (salla allahoe aleihi wa sallam) eens aan zijn metgezellen vroeg:
“Wat is jullie mening over overspel?” Zij antwoordden: “Dat is verboden door Allah en Zijn Boodschapper, dus het zal verboden blijven tot op de Laatste Dag. ”
De Profeet (salla allahoe aleihi wa sallam) zei vervolgens: “De straf voor degene die overspel pleegt met 10 vrouwen is lichter dan voor degene die overspel pleegt met een buurvrouw.” De Profeet (salla allahoe aleihi wa sallam) vroeg vervolgens: “Hoe denken jullie over diefstal?”, de metgezellen antwoordden: “Wat door Allah en Zijn Boodschapper (salla allahoe aleihi wa sallam) verboden is verklaard, is en blijft verboden.” De Profeet (salla allahoe aleihi wa sallam) zei daarop:
“De straf voor degene die uit 10 huizen steelt, is lichter dan de straf voor degene die uit het huis van zijn buren steelt.”

-Het beschermen van onze buren en voorkomen dat hen onrecht aangedaan wordt.

-Het betrachten van goedheid. Hiertoe behoort het gelukwensen wanneer buren succes hebben; het tonen van medeleven wanneer zij door iets ergs getroffen worden; het waken over huis en eigendommen van buren die niet thuis zijn, het helpen van buren zowel moreel als materieel -voor zover men daartoe in staat is-, het bijstaan in geval van armoede en het geven van raad op zowel godsdienstig als werelds gebied. En verder alles waartoe men in staat is op het gebied van gastvrijheid.

-Verdraagzaamheid onder buren. Dit wil zeggen dat men er rekening mee houdt dat bepaalde overlast niet voorkomen kan worden. Zoals het gehuil van kinderen, geluiden van een verbouwing, etc.
Naast bovenstaande principes leert de Islam hoe moet worden omgegaan met overtredingen ten aanzien van de rechten en plichten van buren.

Ubaidah Ibn Sumit (radiya Allahoe ´anh) heeft gezegd dat de Profeet (salla allahoe aleihi wa sallam) zei: “Zal ik jullie een aanwijzing geven waardoor Allah (soebhanahoe wa teala) jullie in graad zal verheffen? De metgezellen antwoordden: ” Ja!”. De Profeet (salla allahoe aleihi wa sallam) zei toen: “Wees zachtaardig voor degene die jou slecht behandelt, vergeef degene die jou onrecht aandoet geef geschenken aan degene die jou wil verstoten en haal vriendschapsbanden aan met degene die deze wil verbreken ”

Deze aanwijzingen gelden in het bijzonder met betrekking tot buren.
Dit waren in het kort enkele principes in de Islam over het betrachten van goedheid ten opzichte van de buren. Wanneer een moslim in strijdt met de leer leeft of algemene codes op het gebied van ethiek breekt, dan treft die persoon blaam en niet de Islam.