De gunsten van het vasten in de maand Ramadaan en het bidden tijdens
haar nachten
– en een verduidelijking van belangrijke regels waar sommige mensen onbekend mee zijn –
Door de nobele Shaykh
al-Imaam Aboe ‘Abdillaah ‘Abdoel-‘Aziez ibn ‘Abdillaah ibn Baaz
– moge Allah hem genadig zijn –
Van ‘Abdoel-‘Aziez ibn Abdillaah ibn Baaz, voor degene die dit ziet van de Moslims,
moge Allah mij en hen op de weg leiden van de mensen van het geloof, en moge Hij mij
en hen begrip van de Soennah en de Qor-aan schenken. Aamien (O Allah, verhoor onze
aanroeping).
Vrede zij met jullie en de barmhartigheid van Allah en Zijn zegeningen, vervolgens dit:
Dit is een beknopt advies met betrekking tot het vasten van de maand Ramadaan, het bidden
tijdens haar nachten, de gunsten van het wedijveren in goede daden tijdens deze maand en een
verduidelijking van belangrijke regels waar sommige mensen wellicht onbekend mee zijn.
Het is authentiek overgeleverd dat de Boodschapper van Allah – sallallahoe ‘alayhi wa sallam
– gewoon was zijn Metgezellen het goede nieuws te verkondigen over de komst van de maand
Ramadaan. Hij – ‘alayhis-salaatoe was-salaam – vertelde hen ook dat het een maand is waarin
de deuren van de barmhartigheid en de deuren van het Paradijs geopend worden. Een maand
waarin de deuren van het Hellevuur gesloten worden en waarin de duivels vastgeketend
worden. Hij – sallallahoe ‘alayhi wa sallam, heeft gezegd:
‘Tijdens de eerste nacht van Ramadaan worden de deuren van het Paradijs geopend en
geen enkele van haar deuren wordt gesloten, de deuren van het Hellevuur worden gesloten
en geen enkele van haar deuren wordt geopend, de duivels worden vastgeketend en iemand
roept: ‘O jij die het goede wenst, kom dichterbij, en o jij die het slechte wenst, blijf weg’ en
Allah laat mensen vrij uit het Vuur, en dit gebeurt elke nacht.’(1)
En hij – ‘alayhis-salaatoe was-salaam – heeft gezegd:
‘De maand Ramadaan is tot jullie gekomen, de maand van de zegeningen, Allah zal jullie
overstelpen door de barmhartigheid neer te zenden en Hij zal de zondes vergeven en de
smeekbede verhoren. Allah zal kijken naar jullie wedijveren tijdens deze maand, en dan zal
Hij over jullie opscheppen bij Zijn Engelen. Laat Allah daarom het goede van jullie zelf
zien, want de ongelukkige is diegene die tijdens deze maand ontzegd wordt van de
Barmhartigheid van Allah.’(2)
En hij – ‘alayhis-salaatoe was-salaam – heeft gezegd:
‘Degene die Ramadaan vast met geloof en hoop (op de beloning van Allah), van hem zullen
zijn voorgaande zondes vergeven worden. En degene die tijdens de nachten van Ramadaan
bidt(3), met geloof en hoop, van hem zullen zijn voorgaande zondes vergeven worden. En
degene die tijdens de nacht van de lotsbeschikking (Laylatoel-Qadr) bidt, met geloof en
hoop, van hem zullen zijn voorgaande zondes vergeven worden.’(4)
En hij – ‘alayhis-salaatoe was-salaam – heeft gezegd:
‘Allah, de Almachtige en Majesteitelijke, zegt: Elke daad van het kind van Adam is voor
hem; een goede daad wordt tienmaal vermenigvuldigd tot aan een verdubbeling van 700.
Behalve het vasten, want dit is voor Mij, en Ik hier geef een beloning voor. Hij heeft zijn
verlangens, voedsel en drinken omwille van Mij gelaten. Voor de vastende zijn er twee
momenten van vreugde. Een moment van vreugde als hij zijn vasten verbreekt en een
moment van vreugde als hij zijn Heer ontmoet. Voorwaar, de geur die uit de mond van een
vastende komt is lekkerder bij Allah dan de geur van muskus.’(5)
En er zijn vele andere overleveringen over de gunsten van het vasten tijdens de maand
Ramadan, het bidden tijdens haar nachten en de gunsten ten aanzien van het soort vasten.
De gelovige dient daarom deze kans te grijpen dat Allah hem heeft begunstigd met het
bereiken van de maand Ramadaan door zich te haasten naar het verrichten van daden van
gehoorzaamheid en op te passen voor zondes. Hij dient zijn best te doen om datgene wat
Allah voor hem verplicht heeft gesteld te verrichten, in het bijzonder de vijf gebeden, want dit
is de pilaar van de Islaam en het is de grootste verplichting na de twee getuigenissen (dat
Allah de Enige is Die het verdient aanbeden te worden en dat Mohammad Zijn Boodschapper
is). Het is dus een verplichting voor elke mannelijke en vrouwelijke Moslim om over dit
gebed te waken en het te verrichten op de juiste tijden, met ootmoed en sereniteit.
Eén van de belangrijkste verplichtingen van dit gebed m.b.t. de mannen, is dat zij dit
gezamenlijk verrichten in de huizen van Allah, waarover Allah heeft bevolen dat deze
verheven worden en dat Zijn Naam erin wordt herdacht, zoals Hij, de Almachtige en
Majesteitelijke, heeft gezegd:
‘En onderhoud het gebed, en geef de Zakaat en buig neer met de neerbuigenden.’
(Soerah al-Baqarah: 43)
En de Verhevene heeft gezegd:
‘Waak over de gebeden en (in het bijzonder) over het middelste gebed en sta voor Allah
in gehoorzaamheid.’
(Soerah al-Baqarah: 238)
En Hij, de Almachtige en Majesteitelijke, heeft gezegd:
‘Geslaagd zijn de gelovigen * Degenen die hun gebed in ootmoed verrichten…’
(Soerah al-Moe-minoen: 1, 2)
Totdat Hij, de Almachtige en Majesteitelijke zei:
‘En degenen die over hun gebeden waken * Voorwaar, dat zijn de erfgenamen *
Degenen die al-Firdaws (het Paradijs) zullen erven, zij zullen daar eeuwig in verblijven.’
(Soerah al-Moe-minoen: 9-11)
En de Profeet – sallallahoe ‘alayhi wa sallam – heeft gezegd:
‘Het verbond tussen ons en hen is het gebed. Degene die het daarom laat, heeft ongeloof
begaan.’(6)
En de belangrijkste verplichting na het gebed, is het geven van de Zakaat(7) zoals Allah, de
Almachtige en Majesteitelijke, heeft gezegd:
‘En hen werd niets anders bevolen dan Allah te aanbidden, niets anders dan Hem te
aanbidden, het gebed te onderhouden en de Zakaat te geven, en dat is de juiste religie.’
(Soerah al-Bayyinah: 5)
En de Verhevene heeft gezegd:
‘En onderhoud het gebed, geef de Zakaat en gehoorzaam de Boodschapper opdat jullie
barmhartigheid zullen ontvangen.’
(Soerah an-Noer: 56)
Het geweldige boek van Allah en de Soennah van zijn edele Boodschapper tonen aan dat
degene die de Zakaat over zijn bezit niet geeft, op de Dag der Opstanding bestraft zal worden.
De belangrijkste zaak na het gebed en de Zakaat is het vasten van de maand Ramadaan en dit
is één van de vijf zuilen van de Islaam die genoemd worden in de uitspraak van de Profeet –
sallallahoe ‘alayhi wa sallam:
‘De Islaam is gebouwd op vijf: de getuigenis dat niemand het recht heeft aanbeden te
worden behalve Allah en dat Mohammad de boodschapper van Allah is, het onderhouden
van het gebed, het geven van de zakaat, het vasten van de maand Ramadaan en het
verrichten van de bedevaart naar het Huis.’(8)
Het is voor de Moslim verplicht om zijn vasten en nachtgebed te beschermen tegen de
uitspraken en daden die Allah heeft verboden. De reden hiervoor is dat de bedoeling van het
vasten gehoorzaamheid aan Allah (vrij is Hij van elke tekortkoming) is, het respecteren van
zijn verboden, het strijden tégen de verlangens van de ziel en vóór het gehoorzamen van de
Meester van deze ziel en het gewend laten raken van de ziel aan het hebben van geduld om de
verboden van Allah te vermijden. Het doel van het vasten is niet slechts het laten van voedsel
en drinken en alle andere zaken die het vasten verbreken. Daarom is er authentiek
overgeleverd dat de Profeet – sallallahoe ‘alayhi wa sallam – heeft gezegd:
‘Het vasten is een schild, als één van jullie dus vast, dan dient hij zich niet slecht te
gedragen of te schreeuwen. Als iemand hem vervolgens uitscheldt of bevecht, dan dient hij
te zeggen: ‘Ik ben vastende’.’(9)
Het is ook authentiek overgeleverd dat hij – sallallahoe ‘alayhi wa sallam – heeft gezegd:
‘Degene die valse praat, slecht handelen en onwetendheid(10) niet laat, Allah heeft het niet
nodig dat deze persoon zijn voedsel en drinken laat.’(11)
Door middel van deze en andere teksten leert men dat het een verplichting is voor de vastende
om op te passen voor al hetgeen Allah hem heeft verboden en om te waken over al hetgeen
Allah hem heeft verplicht. Hierdoor wordt voor hem gehoopt op vergeving, bevrijding van het
Vuur en acceptatie van het vasten en bidden tijdens de nacht.
En er zijn bepaalde zaken waar sommige mensen wellicht onbekend mee zijn, o.a.:
– Het is voor de Moslim verplicht om te vasten uit geloof en hoop, niet omdat hij gezien of
gehoord wil worden door de mensen, niet door blindelings te imiteren en ook niet door de
mensen van zijn land te volgen. Het is echter verplicht voor hem dat hij ervoor zorgt dat
hetgeen hem ertoe aanzet te vasten, zijn geloof is in het feit dat Allah hem dit heeft verplicht,
en de hoop op de beloning bij zijn Heer hiervoor. Dit geldt ook voor het bidden tijdens de
nachten van Ramadaan. Ook dit dient de moslim te doen vanwege hoop en geloof en niet
vanwege een andere reden. Om deze reden heeft de Profeet – sallallahoe ‘alayhi wa sallam –
gezegd:
‘Degene die Ramadaan vast met geloof en hoop (op de beloning van Allah), voor hem
zullen zijn voorgaande zondes vergeven worden. En degene die tijdens de nachten van
Ramadaan bidt, met geloof en hoop, voor hem zullen zijn voorgaande zondes vergeven
worden. En degene die tijdens de nacht van de lotsbeschikking (Laylatoel-Qadr) bidt, met
geloof en hoop, voor hem zullen zijn voorgaande zondes vergeven worden.’(12)
Zaken waarvan sommige mensen de regelgeving niet kennen:
– Als de vastende een wond of neusbloeding oploopt, of overgeeft, of als er onopzettelijk
water of benzine zijn keel binnendringen, dan verbreken al deze zaken zijn vasten niet.
Degene die echter opzettelijk overgeeft, heeft zijn vasten wel verpest, vanwege de uitspraak
van de Profeet – sallallahoe ‘alayhi wa sallam:
‘Degene die onopzettelijk overgeeft hoeft niets in te halen en degene die opzettelijk
overgeeft, hij dient dit in te halen.’(13)
– Als de vastende zich pas na het aanbreken van Fadjr (dageraad) wast van de onreinheid na
geslachtsgemeenschap of de onreinheid na menstruatie of postnatale bloeding (als de vrouw
vóór Fadjr al heeft gezien dat zij rein was), dan dient deze persoon te vasten. Het is niet erg
om de wassing uit te stellen tot na het aanbreken van Fadjr, maar zij dient dit niet uit te stellen
totdat de zon opkomt. Het is verplicht voor haar om zich te wassen en het Fadjr-gebed te
bidden voordat de zon opkomt. Dit geldt ook voor degene die onrein is vanwege
geslachtsgemeenschap. Ook deze persoon dient het wassen niet uit te stellen tot na
zonsopkomst, maar hij dient zich te wassen en het fadjr-gebed te verrichten vóór
zonsopkomst. De man dient zich hier ook mee te haasten, zodat hij het Fadjr-gebed met de
gemeenschap (in de moskee) kan bidden.
Zaken die het vasten niet verbreken:
– Het afnemen van bloed
– Het prikken met een naald, uitgezonderd het prikken dat gedaan wordt om mee te voeden.
Het beste is echter om dit uit te stellen tot de avond als dit mogelijk is, vanwege de uitspraak
van de Profeet – sallallahoe ‘alayhi wa sallam:
‘Laat datgene waar je twijfel over hebt, voor datgene waar je geen twijfel over hebt.’(14)
En zijn uitspraak – ‘alayhis-salaatoe was-salaam:
‘Degene die twijfelachtige zaken laat, heeft zijn religie en eer veiliggesteld.’(15)
Zaken waarvan sommige mensen de regelgeving wel kennen:
– Het niet tot rust komen in het verplichte of vrijwillige gebed. De authentieke overleveringen
van de Boodschapper van Allah – sallallahoe ‘alayhi wa sallam – tonen aan dat het tot rust
komen één van de zuilen van het gebed is, waardoor het gebed ongeldig is als dit ontbreekt.
Hieronder wordt ootmoed in het gebed verstaan en het niet haasten, zodat elk gewricht
terugkomt op zijn plek. Vele mensen bidden tijdens Ramadaan ook het nachtgebed (at-
Taraawieh) zonder het verstand erbij te gebruiken en zonder tot rust te komen, maar door er
pikkend (als een vogel) doorheen te gaan. Dit gebed, op deze manier, is niet geldig en degene
die het op deze manier verricht is zondig en wordt niet beloond.
Andere zaken waarvan sommige mensen de regelgeving niet kennen:
– Sommige mensen denken dat het niet toegestaan is om minder dan 20 rak’ah te bidden als
nachtgebed (at-Taraawieh) en anderen denken dat het niet toegestaan is om meer dan 11
rak’ah of 13 rak’ah te bidden. Al deze veronderstellingen zijn niet op hun plaats, dit is echter
een fout die tegenstrijdig is met de bewijzen.
De authentieke overleveringen van de Boodschapper van Allah – sallallahoe ‘alayhi wa sallam
– tonen aan dat het nachtgebed geen bepaald aantal kent, waarvan het overschrijden niet is
toegestaan. Het is juist authentiek overgeleverd dat de Profeet – sallallahoe ‘alayhi wa sallam –
gewend was 11 rak’ah tijdens de nacht te bidden, en soms 13 rak’ah en soms minder, tijdens
Ramadaan en buiten Ramadaan.
En toen hij – sallallahoe ‘alayhi wa sallam – werd gevraagd naar het nachtgebed, zei hij:
‘Twee, twee. Als iemand van jullie vervolgens het aanbreken van de ochtend vreest, dan
dient hij één rak’ah te bidden, welke zijn gebed oneven maakt.’(16)
De Profeet – sallallahoe ‘alayhi wa sallam – heeft geen beperkt aantal raka’aat genoemd, niet
voor Ramadaan en ook niet voor buiten Ramadaan. Dit is ook de reden dat de Metgezellen,
moge Allah tevreden met hen zijn, in de tijd van ‘Oemar, moge Allah tevreden met hem zijn,
soms 23 rak’ah baden en soms 11. Al deze aantallen zijn authentiek overgeleverd van ‘Oemar
en de Metgezellen in zijn tijd, moge Allah tevreden met hen zijn. Sommige van de
Voorgangers waren gewoon 36 rak’ah te bidden tijdens Ramadaan en dit vervolgens oneven te
maken door 3 rak’ah toe te voegen, en sommigen baden 41 rak’ah. Dit is allemaal genoemd
door Shaykhoel-Islaam Ibn Taymiyyah, moge Allah hem genadig zijn en door andere mensen
van de kennis. Hij, moge Allah hem genadig zijn, heeft ook gezegd dat de keuze hierin ruim
is en dat het het beste is voor degene die zijn recitatie, roekoe’(17) en soedjoed lang maakt,
om het aantal (raka’aat) klein te houden en voor degene die zijn recitatie, roekoe’ en soedjoed
kort houdt, om het aantal te vermeerderen. Dit is de betekenis van zijn woorden, moge Allah
hem genadig zijn.
Degene die de Soennah van de Profeet – sallallahoe ‘alayhi wa sallam – overpeinst, zal zien dat
het beste aantal van al deze aantallen, 11 of 13 is, tijdens Ramadaan en buiten Ramadaan. Dit
komt omdat dit de aantallen zijn die de Profeet – sallallahoe ‘alayhi wa sallam – meestal
aanhield, en omdat dit makkelijker is voor de biddenden, en ook beter wat de ootmoed en het
tot rust komen betreft. Het is verder niet erg of afkeurenswaardig om meer dan dit aantal te
bidden, zoals eerder is vermeld.
– Het beste voor degene die met de imaam bidt tijdens de nachten van Ramadaan, is om pas
weg te gaan als de imaam weggaat (dus niet eerder), vanwege de uitspraak van de Profeet –
sallallahoe ‘alayhi wa sallam:
‘Als een persoon samen met de imaam het nachtgebed bidt totdat hij (d.w.z. de imaam)
weggaat, dan zal Allah voor hem de beloning van het bidden van de hele nacht
opschrijven.’(18)
Het is voorgeschreven voor alle Moslims om tijdens deze edele maand hun best te doen in
elke soort aanbidding. Dit kunnen bijvoorbeeld de volgende zaken zijn:
– Het vrijwillige gebed
– Het lezen van de Qor-aan en overpeinzen hiervan en nadenken hierover
– Het vermeerderen van tasbieh (het zeggen van Soebhaan Allah), tahliel (het zeggen van Laa
ilaaha illa llaah), tahmied (het zeggen van Alhamdoe Lillaah), takbier (het zeggen van
Allahoe Akbar), het vragen van vergeving, en de voorgeschreven smeekbedes
– Het gebieden van het goede en het verbieden van het slechte
– Het uitnodigen naar Allah, de Almachtige en Majesteitelijke
– Het bijstaan van de armen en behoeftigen
– Het zo goed mogelijk de ouders proberen te gehoorzamen
– Het bezoeken van de familieleden
– Het eren van de buur
– Het bezoeken van de zieke
en andere goede zaken, vanwege de uitspraak van de Profeet – sallallahoe ‘alayhi wa sallam:
‘Allah zal kijken naar jullie wedijveren tijdens deze maand, en dan zal Hij over jullie
opscheppen bij Zijn Engelen. Laat Allah daarom het goede van jullie zelf zien, want de
ongelukkige is diegene die tijdens deze maand ontzegd wordt van de Barmhartigheid van
Allah.’(19)
En omdat er is overgeleverd dat hij – sallallahoe ‘alayhi wa sallam – heeft gezegd:
‘Degene die tijdens deze maand toenadering tot Allah zoekt door een goede daad te
verrichten, is als degene die een verplichting nakomt buiten deze maand, en degene die
tijdens deze maand een verplichting nakomt, is als degene die zeventig verplichtingen
nakomt buiten deze maand.’(20)
En vanwege zijn – sallallahoe ‘alayhi wa sallam – uitspraak in de authentieke overlevering:
‘Een ‘oemrah (kleine bedevaart) in Ramadaan staat gelijk aan een bedevaart’, of hij zei:
‘een bedevaart met mij.’(21)
Er zijn vele overleveringen van de Profeet – sallallahoe ‘alayhi wa sallam – en van de
Metgezellen die aantonen dat ze gewoon waren te wedijveren in verschillende goede daden
tijdens deze maand.
Allah is Degene Die gevraagd wordt om ons en de rest van de Moslims te leiden naar datgene
waar Zijn tevredenheid mee bereikt wordt, en dat Hij ons vasten en nachtgebed accepteert,
onze zaken rechtzet, ons redt van beproevingen die doen afdwalen, en wij vragen Hem, vrij is
Hij van elke tekortkoming, om de leiders van de Moslims rechtschapen te maken en om hun
woord te verenigen op de waarheid. Voorwaar, Hij is Degene Die hier macht over heeft, en
Hij is hiertoe in staat. En vrede zij met jullie en Allah’s barmhartigheid en Zijn zegeningen.
Bron: Madjmoe’ Fataawaa wa Maqaalaat Moetanawwi’ah Deel 15
Vertaald vanuit het Arabisch door: Een zuster
(1) Overgeleverd door at-Tirmidhie (682) en Ibn Maadjah (1642).
(2) Al-Haythamie schreef hem in “Madjma’ az-Zawaa-id” (3:142) toe aan at-Tabaraanie in
“al-Kabier”.
(3) Voetnoot van de vertaalster: D.w.z. het Taraawieh-gebed (zie Sharh an-Nawawie ‘alaa
Moeslim).
(4) Overgeleverd door al-Boekhaarie (2014) en Moeslim (760).
(5) Overgeleverd door al-Boekhaarie (1904) en Moeslim (1151).
(6) Overgeleverd door al-Imaam Ahmad (22428), at-Tirmidhie (2621) en Ibn Maadjah (1079).
(7) Voetnoot van de vertaalster: De Zakaat is een te berekenen bedrag waarmee de Moslim
elk jaar zijn bezit dient te reinigen door dit als liefdadigheid uit te geven. Zie voor meer
informatie: de uitleg van Vers 60 van Soerah at-Tawbah.
(8) Overgeleverd door al-Boekhaarie (8) en Moeslim (16).
(9) Overgeleverd door al-Boekhaarie (1904).
(10) Voetnoot van de vertaalster: Hiermee wordt bedoeld dat men een ander onrecht
aandoet. Zie Sharh Riyaad as-Saalihien van ash-Shaykh al-‘Oethaymien.
(11) Overgeleverd door al-Boekhaarie (1903).
(12) Overgeleverd door al-Boekhaarie (2014) en Moeslim (760).
(13) Overgeleverd door al-Imaam Ahmad (10085) en Ibn Maadjah (1676), en de
bewoordingen zijn van hem.
(14) Overgeleverd door al-Imaam Ahmad (11689) en an-Nasaa-ie (5711).
(15) Overgeleverd door al-Boekhaarie (52) en Moeslim (1599).
(16) Overgeleverd door al-Boekhaarie (991) en Moeslim (749).
(17) Voetnoot van de vertaalster: De roekoe’ is de tweede houding van het gebed, waarbij
de handen de knieën omsluiten en de rug zo recht mogelijk gehouden dient te worden. De
soedjoed is de derde houding van het gebed, waarbij men met zeven plekken de grond raakt:
het voorhoofd en de neus, de handen, de knieën en de tenen.
(18) Overgeleverd door al-Imaam Ahmad (20910) en at-Tirmidhie (806).
(19) Al-Haythamie schreef hem in “Madjma’ az-Zawaa-id” (3:142) toe aan at-Tabaraanie in
“al-Kabier”.
(20) Overgeleverd op verkorte wijze door Ibn Khoezaymah in zijn Sahieh (3/191) nr. 1887.
(21) Overgeleverd door al-Boekhaarie (1863), Moeslim (1256) en Ibn Maadjah (2991).
http://www.soennah.com/content/view/142/41/