De ziekten van het hart en de genezing ervan
Er zijn drie soorten harten:
1 Het zuivere hart: niemand zal op de Dag der Opstanding gered worden, behalve degene die tot Allah komt met dit hart. Allah (Verheven is Hij) zegt:
Op de Dag dat bezittingen en kinderen niet zullen baten. Behalve degene die tot Allah komt met een zuiver hart.
[ Soerah ash-Shoe’araa- 26:88-89 ]
Het zuivere hart is het hart dat vrij is van elk verlangen dat in strijd is met de geboden en verboden van Allah en van elke misvatting die in strijd is met de berichten van Allah. Het is vrij van het aanbidden van een ander dan Allah en het laten oordelen van een ander dan Zijn Boodschapper (vrede zij met hem). Kort gezegd is het zuivere en gezonde hart het hart waarin geen enkel aandeel is voor een ander dan Allah, op welke manier dan ook.
Neen, zijn aanbidding is zuiver voor Allah: in het verlangen, het liefhebben, het vertrouwen, het tonen van berouw, het nederig zijn, het vrezen en het hopen. Ook de daden van dit hart zijn zuiver voor Allah. Wanneer het liefheeft, heeft het lief omwille van Allah. Wanneer het haat, haat het omwille van Allah. Wanneer het geeft, geeft het omwille van Allah. Wanneer het zich onthoudt, onthoudt het zich omwille van Allah. Al zijn zorgen zijn omwille van Allah. Zijn liefde is geheel voor Allah. Zijn doel is Allah, zijn lichaam is voor Allah, zijn daden zijn voor Allah, zijn slaap is voor Allah en zijn waken is voor Allah. De Woorden van Allah en de woorden over Allah zijn dit hart geliefder dan alle andere woorden. Zijn gedachten houden zich enkel bezig met het behagen en het liefhebben van Allah (zie Ighaathat al-Lahfaan min Masaa-id ash-Shaytaan: 1/7, 73 van Ibn al-Qayyim). Wij vragen Allah (Verheven is Hij) om ons dit hart te schenken.
2 Het dode hart: dit hart is het tegenovergestelde van het eerste hart. Het is het hart dat zijn Heer niet kent, noch aanbidt het Allah met Zijn gebod en datgene waar Hij van houdt en wat Hem behaagt. In plaats daarvan gaat het mee met zijn verlangens en begeerten, ook al bevindt zich hierin de Verontwaardiging en Woede van Allah. Dit hart aanbidt een ander dan Allah: in het liefhebben, het vrezen, het hopen, het tevreden zijn, het verontwaardigd zijn, het vereren en het nederig zijn. Wanneer het haat, haat het omwille van zijn begeerte. Wanneer het liefheeft, heeft het lief omwille van zijn begeerte. Wanneer het geeft, geeft het omwille van zijn begeerte. Wanneer het zich onthoudt, onthoudt het zich omwille van zijn begeerte. De begeerte is zijn leider, het verlangen is zijn bevelhebber, de onwetendheid is zijn bestuurder en de onachtzaamheid is zijn voertuig (zie Ighaathat al-Lahfaan min Masaa-id ash-Shaytaan: 1/9). Wij zoeken onze toevlucht bij Allah tegen deze hart.
3 Het zieke hart: dit is het hart dat in leven is, maar een mankement heeft. Het heeft dus twee substanties: soms heeft de ene substantie de overhand en soms de andere. Dit hart behoort toe aan datgene ervan wat de overhand heeft. Het bevat de liefde voor Allah (Verheven is Hij), het geloof in Hem, de zuivere intentie voor Hem en het vertrouwen op Hem, welke de substantie vormen voor het leven van dit hart. Maar het bevat ook de liefde voor de begeerten, het streven om deze te verkrijgen, afgunst, hoogmoedigheid, verwaandheid, liefde voor macht en verderf op aarde door leiderschap, huichelarij, pronk en gierigheid, welke de substantie vormen voor de vernietiging en schade van dit hart (zie Ighaathat al-Lahfaan min Masaa-id ash-Shaytaan: 1/9). Wij zoeken onze toevlucht bij Allah tegen dit hart.
De genezing van alle ziekten van het hart bevindt zich in de Edele Koran. Allah (Verheven is Hij) zegt:
O mensheid! Voorzeker, een vermaning van jullie Heer is tot jullie gekomen en een genezing voor datgene wat in de harten is en een leiding en barmhartigheid voor de gelovigen.
[ Soerah Yoenoes 10:57 ]
En wij zenden datgene van de Koran neer wat een genezing en een barmhartigheid is voor de gelovigen. Maar voor de onrechtplegers vermeerdert hij slechts hun verlies.
[ Soerah al-Isra- 17:82 ]
De ziekten van het hart zijn van twee soorten:
Een soort waarvan de bezitter niet onmiddellijk pijn lijdt. Dit is de ziekte van onwetendheid, misvattingen en twijfels. Van beide soorten bezorgt deze de meeste pijn, maar vanwege de bedorvenheid van het hart voelt hij dit niet.
De tweede soort is de ziekte die onmiddellijk pijn bezorgt: zoals de zorgen, smart, verdriet en woede. Deze ziekte kan verdwijnen door natuurlijke geneesmiddelen, door het wegnemen van de oorzaken ervan, enz. (zie Ighaathat al-Lahfaan min Masaa-id ash-Shaytaan: 1/44).
De behandeling van het hart vindt plaats door middel van vier zaken:
De eerste zaak: door de Koran. De Koran is de genezing voor wat zich in het hart bevindt aan twijfels en verwijdert datgene wat het bevat aan afgoderij, ongeloof en de ziekten van twijfelachtigheden en begeerten. Hij is een leiding voor degene die kennis heeft van de waarheid en hiernaar handelt en een barmhartigheid vanwege de huidige en latere beloning die de gelovigen erdoor verkrijgen.
Is degene die dood was, waarop Wij hem tot leven brachten en hem een licht gaven waarmee hij tussen de mensen gaat, gelijk aan degene die in de duisternissen verkeert en hier niet uit kan geraken?
[ Soerah al-An’aam 6:122 ]
De tweede zaak: het hart heeft behoefte aan drie zaken:
1. Datgene waarmee het hart zijn kracht behoudt. Dit gebeurt door het geloof, de goede daden en de blijvende (dagelijkse) daden van aanbidding.
2. De bescherming van het hart tegen de schadelijke zaken. Dit gebeurt door weg te blijven van alle zonden en de verschillende overtredingen.
3. De lediging van het hart van alle schadelijke stoffen. Dit gebeurt door middel van het tonen van berouw en het vragen om vergeving.
De derde zaak: de behandeling van de ziekte van het hart door het overmeesteren van het ego:
Deze is van twee soorten: het afrekenen van het ego en het strijdig handelen met het ego. Het afrekenen van het ego is tweesoortig:
1. Vóór het verrichten van de daad. Dit gebeurt door jezelf vier vragen te stellen:
– Is deze daad voorbeschikt voor mij?
– Is het verrichten van deze daad beter voor mij dan het laten ervan?
– Verricht ik deze daad voor het Aangezicht van Allah?
– Heb ik in deze daad mensen die mij helpen en mij hierin bijstaan (als de daad behoefte heeft aan helpers)?
Als het antwoord dan beschikbaar is, dien je deze daad uit te voeren. Zo niet, dan dien je er zo ver mogelijk van weg te blijven.
2. Na het verrichten van de daad. Deze is van drie soorten:
– Het afrekenen van het ego op een daad van aanbidding waarin het ego tekort deed in het recht van Allah (Verheven is Hij) en deze niet op de gewenste manier uitvoerde. Tot de rechten van Allah (Verheven is Hij) behoren:
- de zuivere intentie voor Allah;
- de oprechtheid;
- de opvolging van de Profeet Mohammed (vrede zij met hem);
- het bereiken van het niveau van Ihsaan (dat je Allah aanbidt alsof je Hem ziet en als je Hem niet ziet, weet dat Hij jou wel ziet);
- het besef van Allah’s Gunst aan jou in deze daad;
- het besef van de tekortkoming na al deze zaken.
– Het afrekenen van het ego op elke daad waar het laten ervan beter was dan het verrichten ervan.
– Het afrekenen van het ego op een zaak die toegestaan is of die tot de gewoonten behoort: waarom heb jij deze uitgevoerd? Heb jij dit gedaan omwille van Allah en het Huis van het Hiernamaals, zodat je tot de winnaars behoort? Of heb jij dit gedaan omwille van het wereldse leven, zodat je tot de verliezers behoort?
De wijze die al het voorgaande omvat, is dat je je ego eerst afrekent op de verplichtingen en deze vervolmaakt, indien zij gebrekkig zijn. Vervolgens reken je je ego
af op de verboden zaken: als je ziet dat je iets hiervan verricht hebt, zet je dit recht door berouw te tonen en om vergeving te vragen. Daarna reken je je ego af op datgene wat jouw lichaamsdelen uitgevoerd hebben. Ten slotte reken je het af op de onachtzaamheid ervan(zie Ighaathat al-Lahfaan: 1/136).
De vierde zaak: de behandeling van de ziekte van het hart door het overmeesteren van de duivel:
De duivel is de vijand van de mens. De manier om van hem gered te worden, is door datgene wat Allah heeft voorgeschreven van het toevlucht zoeken. De Profeet (vrede zij met hem)verenigde het toevlucht zoeken tegen het kwaad van het ego en het kwaad van de duivel. Hij(vrede zij met hem) zei namelijk tegen Aboe Bakr:
“Zeg:
Allahoemma Faatiras-samaawaati wal-ard, ‘Aalimal-ghaybi wash-shahaadah, Rabba koelli shay-in wa Maliekah, ash-hadoe allaa ilaaha illaa Ant, a’oedhoe bika min sharri nafsie wa min sharrish-shaytaani wa shirkih, wa an aqtarifa ‘alaa nafsie soe-an aw adjoerrahoe ilaa moeslim.
“O Allah, Schepper van de Hemelen en de Aarde, Kenner van het Verborgene en het Openlijke, Heer van alle zaken en de Bezitter ervan. Ik getuig dat niemand het recht heeft aanbeden te worden dan U. Ik zoek mijn toevlucht bij U tegen het kwaad van mijn ego en tegen het kwaad van de duivel en zijn afgoderij; en dat ik mijzelf kwaad aandoe of dat ik dit naar een moslim toesleep.”
Zeg dit in de ochtend en de avond en wanneer je naar bed gaat.”
(Sahieh Abie Daawoed en Sahieh at-Tirmidhie)
Het toevlucht zoeken, het vertrouwen en de zuivere intentie weerhouden de macht van de duivel (zie Ighaathat al-Lahfaan: 1/145-162).
Door: Shaykh Sa’ied ibn ‘Alie ibn Wahf al-Qahtaanie
Bron: Al-‘Ilaadj bir-Roeqa min al-Kitaab was-Soennah (De Roeqyah vanuit het Boek en de Soennah)