Wees trots op je geloof en haar sharia, en volg haar op juiste wijze

 

Wees trots op je geloof en haar sharia, en volg haar op rechte wijze

We behoren trots te zijn op onze religie en haar sharia, en vast te houden aan de leiding van onze Rabb en de sunna van onze Profeet en haar op rechte/correcte wijze te volgen (nastaqīm ala hadhā al-dīn).

Het is overgeleverd door Abd Allah ibn Mas’ud dat hij zei: de Profeet trok een lijn voor ons en zei toen: “Dit is het Pad van Allah.” Vervolgens trok hij lijnen aan haar linkerkant en aan haar rechterkant en zei toen: “Dit zijn verschillende paden. Aan ieder van deze paden staat een shaytaan die naar haar uitnodigt. Vervolgens reciteerde hij: En dat dit Mijn weg is, een juiste. Volgt die dus en volgt niet de verschillende andere wegen die jullie van Zijn weg afvoeren. Dat draagt Hij jullie op; misschien zullen jullie godvrezend worden. (al-an’aam, 153)

 

De shayatīn die aan deze paden staan, zijn niet per se shayātīn van de djinn, het kunnen ook menselijke shayātīn zijn, die uitnodigen om af te zien van al-irā al-mustaqīm. De een nodigt je uit naar loos gezang en vermaak, de ander naar luiheid en ongehoorzaamheid, weer een ander naar verboden seksuele relaties, weer een ander naar het verlaten van daden van aanbidding etc. etc. Zij nodigen je allemaal uit naar de deuren van de hel. Het vuur van de hel is omringd door begeerten (shahwāt), en een mu’min hoort niet aan deze begeerten toe te geven.

 

Istiqāma (correct handelen)

Maar zij die zeggen: “Onze Heer is Allah” en die dan correct handelen, tot hen komen de engelen neer: “Vreest niet en weest niet bedroefd, maar verheugt jullie in de tuin die jullie is toegezegd.

Wij zijn jullie medestanders in het tegenwoordige leven en in het hiernamaals, daarin is voor jullie wat jullie zielen begeren en daarin is voor jullie wat jullie verlangen.

Een gastverblijf van een Vergevende en een Barmhartige. (Fus ilat 30-32)

 

Deze istiqāma hoort ten allen tijde te zijn en niet het ene moment wel en het andere moment niet. Shaykh al-islām Ibn Taymiyya zei: De grootste eerbaarheid ligt in het vasthouden aanistiqāma. Hiertoe hebben de Profeet en de Sahaba bevolen, zoals in de volgende verzen staat:

Handel correct zoals aan jou bevolen is en aan wie met jou berouw tonen en wees niet onbeschaamd; Hij doorziet wel wat jullie doen.

En zoekt geen steun bij hen die onrecht plegen, dan zal het vuur jullie treffen. En jullie hebben buiten Allah geen beschermers; dan zullen jullie geen hulp krijgen. (Hūd, 112-113)

 

Over deze aya heeft Ibn Abaas gezegd dat de openbaring ervan voor de Profeet het zwaarst en krachtigst was van alle ayaat die hij ontvangen heeft.

 

Voor istiqāma moet de nafs getraind zijn in het kader van de Waarheid (al-aqq) en Rechtvaardigheid (al-ʿadl), en wegblijven van begeerten en buitensporige overtreding. Wie zijn nafs onder controle heeft en werkt voor het hiernamaals, die krijgen zowel het goede van dit leven en het volgende. Zoals uit het volgende vers blijkt:

Allah sterkt hen die geloven met de vaststaande uitspraak in het tegenwoordige leven en in het hiernamaals en Allah brengt de onrechtplegers tot dwaling; Allah doet wat Hij wil.(Ibrahīm, 27)

 

Oprechtheid van het hart en de tong

Deze zijn de belangrijkste zaak in istiqāma. Als deze correct zijn, is het handelen van de rest van het lichaam ook correct. Als deze niet juist zijn, zal het hele lichaam onjuist handelen.

 

Zoals de Profeet in een overlevering zegt: “In het lichaam zit een orgaan, en als deze juist is, is het hele lichaam juist, en als deze corrupt is, is het hele lichaam corrupt. En dit is het hart.”

 

Een ander  overlevering: “De imaan van een dienaar is niet correct (mustaqīm) totdat zijn hart correct is. En zijn hart is niet correct totdat zijn tong correct is. En een mens zal de hemel niet betreden

 

Het volgen van kitāb en sunna

“Banū Isrāīel is gesplitst in 72 groepen. Mijn ummah zal splitsen in 73 groepen (millat) die allemaal naar de hel zullen leiden, behalve één groep.” Men zei: “Wie zal dat zijn, o gezant van Allah?” Hij zei: “Datgene waar ik op ben en mijn sa hāba.”