Het concept van God in de Islam, door dr. Zakir Naik
De meest bondige definitie van God:
Het meest beknopte (kort maar krachtige) definitie van God in de Islam wordt gegeven in de vier verzen van Surah Al-Ighlaas, surah 112 van de Qoer’aan:
“Zeg: Hij is Allah, de Ene
Allah is de Enige van Wie al het geschapene afhankelijk is
Hij heeft niet verwekt en is niet verwekt
En niet n is aan Hem gelijkwaardig”
Het woord ‘Assamad’ is moeilijk te vertalen. Het betekent het ‘absolute bestaan’, wat alleen aan Allah, swt, kan worden toegeschreven. Al het andere bestaan is tijdelijk of voorwaardelijk. Het betekent ook dat Allah, swt, niet afhankelijk is van enig persoon of ding, maar alle personen en dingen zijn afhankelijk van Hem.
Surah Al-Ighlaas – de toetssteen van de theologie.
Surah Al-Ighlaas (112) van de Heilige Qoer’aan is de maatstaaf van de theologie. ‘Theo’ betekend in het Grieks: God en ‘logie’ betekend studie. Dus theologie betekent de studie van God. En voor moslims dient deze “in vier regels” definitie van God als de maatstaaf (toetssteen) voor de studie van God. Elke kandidaat voor goddelijkheid moet deze zware test ondergaan. Want de attributen van Allah die in deze surah worden weergegeven zijn uniek, valse goden en degenen die doen alsof ze goden zijn kunnen gemakkelijk worden weggeveegd met gebruik van deze verzen.
Wat zegt de Islam van ‘God-mensen’?
India wordt vaak het land van de ‘God-mensen’ genoemd. Dit komt door de aanwezigheid van de zogenaamd spirituele meesters in India. Veel van deze ‘babas’ of ‘heiligen’ hebben een grote aanhang in vele landen. Islam verbiedt het aanbidden van enig menselijk wezen. Om te begrijpen hoe de Islam staat tegenover zulke ‘nep-heiligen’, laten we eens zo’n ‘god-man’analiseren, Osho Rajneesh.
Laten we deze kandidaat, ‘Bhagwan’ Rajneesh, testen aan de hand van Surah Al-Ighlaas, de toetssteen van de theologie.
- Het eerste criterium: “Zeg Hij is Allah, de Ene en Enige”. Is Rajneesh de ene en enige? Nee! Rajneesh was een onder de meerdere ‘spirituele leraren’ geproduceerd door India. Maar sommige volgelingen zullen toch vasthouden dat hij de ene en enige is.
- Het tweede criterium is, “Allah is Samad”. We weten uit Rajneesh’s biografie dat hij leed aan diabetes, astma en chronische rugpijn. Hij beschuldigde de regering van deV.S. ervan dat hij is vergiftigd in de gevangenis. Stel je voor de Almachtige God is vergiftigd! Rajneesh was dus noch eeuwig noch absoluut.
- Het derde criterium is, “Hij heeft niet verwekt, noch is Hij verwekt”. We weten datRajneesh is geboren in Jabalpur in India en dat hij zowel een moeder als een vader had, die later zijn volgelingen werden.
In mei 1981 ging hij naar de V.S en richtte een stad op genaamd, ‘Rajneeshpuram’. Later ging hij in het westen de fout in, en was uiteindelijk gearresteerd en werd gevraagd om het land te verlaten. Hij kwam terug in India en startte een commune in Pune, die we nu kennen als ‘Osho’ commune. Hij stierf in 1990. De volgelingen van Osho Rajneesh geloven dat hij de Almachtige God is. In de Osho commune in Pune, kun je de volgende inscriptie vinden op zijn grafsteen:
“Osho- nooit geboren, nooit gestorven; bezocht alleen de planeet, tussen 11 december 1931 tot 19 januari 1990”.
Ze vergeten te vermelden dat hij geen visa kon krijgen voor 21 landen in de wereld. Kan een persoon zich voorstellen dat ‘God’ de aarde bezoekt en een visa nodig heeft om een land binnen te komen! De aardbisschop van Griekenland zei dat als Rajneesh niet was uitgezet, ze zijn huis en de huizen van zijn volgelingen zouden hebben platgebrand.
- De vierde test, welke de meest strikte regel is, “En niet een is aan Hem gelijkwaardig”. Het moment dat je ‘God’ kan inbeelden of kan vergelijken met iets, dan is hij (de kandidaat voor het heiligdom) geen God. Het is niet mogelijk om een inbeelding te maken van de Ene Echte God. We weten dat Rajneesh een mens was, met twee ogen, twee oren, een neus, een mond een witte baard. Foto’s van posters van Rajneesh zijn overal verkrijgbaar. Het moment dat je een beeld kan maken van iets of iemand, dan is die iets of iemand geen God.
Velen zijn geneigd om een antropomorfische vergelijk te maken van God. Bijvoorbeeld,Arnold Schwarzenegger, de bekende bodybuilder en Hollywood acteur, die de titel won van Mr. Universe, de sterkste man van de wereld. Laten we eens zeggen, dat iemand zegt dat de Almachtige God duizend maal sterker is dan Arnold Schwarzenegger. Het moment dat je ook maar enig levend wezen vergelijkt met God, of de vergelijking nu geldt voor ArnoldSchwarzenegger of King Kong, of het nu duizend keer of een miljoen keer is, het voldoet niet aan het Qoer’anische criterium, “En niet n is aan Hem gelijkwaardig”.
Dus, niemand, behalve de Ene Echte God, kan voor deze zure, zware test slagen.
De volgende aya van de Heilige Qoer’aan laat eenzelfde boodschap zien:
“Geen blik kan Hem bereiken, maar Hij bereikt de blik (van iedereen); Hij is de Zachtmoedige de Alwetende” (Qoer’aan 6:103)
Welke naam gebruiken we voor God?
Moslims geven er de voorkeur aan om de Schepper, ‘Allah’ te noemen, in plaats van het woord ‘God’. Het Arabische woord ‘Allah’ is puur en uniek, niet zoals het woord God, waarmee gespeeld kan worden.
Als je een ‘en’ toevoegt aan het word God, dan wordt het ‘Goden’, dat is het meervoud van God. Allah is Én en enkelvoud, er is geen meervoud van Allah. Als je ‘in’ toevoegt aan het woord God dan wordt het Godin, dat is een vrouwelijke God. Er bestaat geen mannelijke of vrouwelijke Allah. Allah heeft geen geslacht. Als je woord ‘father’ toevoegt aan het God (in het engels), dan wordt het Godfather, dit betekent in het nederlands peetvader. Er bestaat geen woord als Allah-father, Allah-vader. Als je in het engels het woord ‘mother’ toevoegt dan wordt het Godmother. Er bestaat niet zoiets aan een Allah-mother of Allah-moeder. Allah is een uniek woord, dat geen enkele inbeelding voor de geest kan oproepen noch er kan met het woord Allah gespeeld worden. Daarom verkiezen moslims het Arabische woord Allah voor de Almachtige. Maar soms, wanneer er gesproken wordt met een niet-moslim kunnen we het ongepaste woord God gebruiken, omdat dit makkelijker in de oren klinkt bij de niet-moslim. Ik heb het woord God meerdere malen gebruikt in dit artikel, in plaats van Allah.
God wordt geen menselijk wezen.
God neemt geen menselijke vorm aan: Sommigen zullen zeggen dat God niet een mens wordt, maar dat Hij alleen maar een menselijke vorm aanneemt. Als God alleen maar een menselijke vorm aanneemt en niet echt een mens wordt, dan zou Hij geen menselijke kwaliteiten, eigenschappen moeten bezitten. We weten dat alle ‘God-mensen’, menselijke eigenschappen en tekortkomingen bezaten. Ze hadden allemaal menselijke behoeften zoals de behoefte om te eten, slapen etc.
De aanbidding van God in menselijke vorm is daarom logischerwijs een misvatting en het zou moeten worden verafschuwd in al zijn vormen en manifestaties.
Dat is de reden waarom de Qoer’aan alle vormen van antropomorfisme tegenspreekt. De Heilige Qoer’aan zegt in de volgende aya:
“De Schepper van de hemelen en de aarde, Hij heeft voor jullie van julliezelf en van de dieren paren geschapen. Hij vermenigvuldigd jullie, niets is aan Hem gelijk. En Hij is de Alhorende, de Alziende” (Qoer’aan 42:11)
God doet geen ‘ongoddelijke’ daden:
De attributen van de Almachtige God sluiten al het slechte uit, want God is de bron van rechtvaardigheid, eerlijkheid en genade. Er mag nooit over God worden gedacht dat Hij ongoddelijke daden verricht. Vandaar dat we ons niet kunnen voorstellen dat God een leugen verteld, onrechtvaardig is, een fout maakt, iets vergeet, of een andere menselijke tekortkoming heeft. Tegelijkertijd kan God onrechtvaardig zijn als Hij dat wil, maar Hij zou dat nooit doen, want dat is een ongoddelijke daad.
De Qoer’aan zegt:
“Voorwaar, Allah behandelt niemand in de geringste mate onrechtvaardig, en als er iets goeds gedaan wordt, vermeerderd Hij het en Hij geeft van Zijn Zijde een geweldige beloning”(Qoer’aan 4:40)
God kan onrechtvaardig zijn als Hij daarvoor kiest, maar het moment dat Hij onrecht zou aandoen, dan stopt Hij met het ‘God-zijn’.
God maakt geen fouten:
God kan fouten maken als Hij daarvoor kiest, maar Hij maakt geen fouten, want het maken van een fout is een ongoddelijke daad. De Qoer’aan zegt: “Hij (Moesa) zei:” De Kennis over hen is bij mijn Heer, in een Boek. Mijn Heer maakt geen fouten en vergeet niet”.(Qoer’aan20:52)
Het moment dat God een fout maakt, dan is Hij geen God meer.
God vergeet niet
God kan vergeten als Hij dat wil. Maar God vergeet niets want vergeten is een ongoddelijke daad, wat lijkt op menselijke tekortkomingen en fouten. De Qoer’aan zegt:
“Hij (Moesa) zei:” De Kennis over hen is bij mijn Heer, in een Boek. Mijn Heer maakt geen fouten en vergeet niet”.(Qoer’aan 20:52)
God voert alleen maar goddelijke daden uit:
Het Islamitische concept van God is dat God macht heeft over alle zaken. De Qoer’aan zegt op verschillende plaatsen dat Hij macht heeft over alle zaken
(Qoer’aan 2:106; 2:109; 2:284; 3:29; 16:77 en 35:1):
“Welk vers Wij ook afschaffen of doen vergeten; Wij brengen er iets beters voor in de plaats, of iets wat daaraan gelijk is. Weet jij niet dat Allah macht heeft over alle dingen” 2:106.
Verder zegt de Heilige Qoer’aan:
“Uitvoerder van wat Hij wil” (Qoer’aan 85:16)
We moeten in onze gedachten houden dat Allah alleen maar Goddelijke daden uitvoert en geen ongoddelijke daden.
De filosofie van het antropomorfisme.
Veel religies geloven op een of andere manier, direct of indirect, in de filosofie van het antropomorfisme, met andere woorden dat God in een mens verandert. Hun standpunt is dat de Almachtige God zo puur en heilig is, dat Hij geen last heeft van de tekortkomingen en gevoelens van mensen. Om de regels vast te stellen voor de mensen, kwam Hij naar de aarde als een mens. Deze bedrieglijke logica heeft miljoenen voor de gek gehouden door de jaren heen. Laten we dit argument nu eens analyseren en kijken of het bestand is tegen redenering.
De Schepper maakt een gebruiksaanwijzing.
Stel dat ik een videorecorder maak. Moet ik een videorecorder worden om te weten wat goed of slecht is voor de videorecorder. Wat ga ik doen? Ik maak een gebruiksaanwijzing: “Om een videoband te bekijken moet u de band in de videorecorder doen en druk om play. Om te stoppen druk om de stopknop. Als je vooruit wil spoelen druk om de FF knop. Laat het niet van een grote hoogte vallen, want dan gaat het kapot. Laat het niet onder water of het gaat kapot”. Ik schrijf een gebruiksaanwijzing van de verschillende do’s en dont’s voor de machine.
De Heilige Qoer’aan is de gebruiksaanwijzing voor de mens:
Op dezelfde manier heeft onze Heer en Schepper Allah swt het niet nodig om een menselijke vorm aan te nemen, om te weten wat goed en slecht is voor de mens. Hij koos ervoor om een gebruiksaanwijzing te openbaren. De laatste gebruiksaanwijzing voor de mens is de Heilige Qoer’aan. De do’s en dont’s voor de mens worden vermeld in de Qoer’aan.
Als je me toestaat om de mens te vergelijken met machines, dan zal ik zeggen dat de mens meer gecompliceerd is dan de meest gecompliceerde machine ter wereld. Zelfs de meest geavanceerde computers, die zeer complex zijn, zijn niets in vergelijking met het grote aantal fysieke, psychische, genetische en sociale factoren die invloed hebben op het individuele en collectieve menselijke leven.
Hoe ingewikkelder en geavanceerder de machine is, des te groter is er een behoefte aan een gebruiksaanwijzing. Met dezelfde logica, hebben mensen geen gebruiksaanwijzing om te weten hoe ze hun leven moeten leiden?
Allah kiest Boodschappers:
Allah swt hoeft niet Persoonlijk naar beneden te komen om de gebruiksaanwijzing af te leveren. Hij kiest een man onder de mensen om de Boodschap te verkondigen en communiceert met hem op een hoger niveau, door middel van Openbaringen. Zulke gekozen mensen worden boodschappers en profeten van God genoemd.
Sommige mensen zijn ‘blind’ en ‘doof’:
Ondanks de absurditeit van de filosofie van antropomorfisme, geloven volgelingen van vele religies erin en preken erover naar anderen. Is het niet een belediging voor de menselijke intelligentie en voor de Schepper die ons deze intelligentie gegeven heeft? Zulke mensen zijn echt ‘doof’ en ‘blind’, ondanks de mogelijkheid van het gehoor en zicht dat hen is gegeven door Allah. De Qoer’aan zegt:
“(Zij zijn) doof, dom en blind (van hart), daarom keren zij niet terug”(Qoer’aan 2:18)
De Bijbel geeft een vergelijkbare boodschap in het Gospel van Matheus:
“Zien, zij zien niet; en horen, zij horen niet, noch begrijpen zij”
(Bijbel, Matheus 13:13)
Eenzelfde boodschap wordt ook gegeven in de Hindoe geschriften in de Rigveda
“Er kan iemand zijn die de wereld ziet, en toch niet ziet; er kan een ander zijn die deze woorden hoort, maar ze toch niet hoort”
(Rigveda 10:71:4)
Al deze geschriften vertellen hun lezer dat door de dingen die hen duidelijk zijn gemaakt dat er toch veel mensen zijn die afdwalen van de waarheid.
Eigenschappen (attributen van God):
Aan Allah behoren de Meest Schone Namen:
De Qoer’aan zegt:
“Zeg: “Roept Allah aan of roept de Barmhartige aan. Waarbij jullie Hem ook aanroepen: aan Hem behoren de Schone Namen. En verricht je slat niet met luide stem, en spreekt er niet zacht bij, maar zoekt een weg daartussen” (Qoer’aan 17:110)
Eenzelfde boodschap met betrekking tot de schone namen van Allah swt wordt genoemd in de Qoer’aan in Surah Al-A’raf (7:180), in Surah Taha (20:8) en in Surah Al-Hashr (59:24).
De Qoer’aan geeft niet minder dan 99 verschillende namen aan Allah, de Almachtige. DeQoer’aan verwijst naar Allah, als Ar-Rahmaan (De meest Barmhartige), Ar Rahiem (De meest Genadevolle) en Al-Hakeem (De Alwijze) en vele andere namen. Je kunt Allah noemen door alle namen te gebruiken, maar de naam moet mooi zijn en mag geen beeld/plaatje oproepen in je gedachten.
Elk attribuut van God is uniek en behoort alleen aan Hem toen:
Niet alleen behoren er unieke attributen toe aan God, maar elk attribuut van de Almachtige God is voldoende om hem te identificeren. Ik zal dit punt gedetailleerd toelichten. Laten we een voorbeeld nemen met een bekende persoonlijkheid, bijvoorbeeld Neil Armstrong. NeilArmstrong is een astronaut. De eigenschap van het ‘astronaut-zijn’ die Neil Armstrong bezit, is goed maar niet uniek voor Neil Armstrong. Dus wanneer er gevraagd wordt, wie is een astronaut? Het antwoord is, dat er honderden mensen in de wereld zijn die astronaut zijn.Neil Armstrong is een Amerikaan. De eigenschap dat Neil Armstrong een Amerikaan is klopt, maar niet voldoende om hem te identificeren. Dus wanneer iemand vraagt, wie is een Amerikaan? Het antwoord is, dat er miljoenen mensen zijn die Amerikaan zijn. Om de persoon uniek te identificeren, moeten we zoeken naar een unieke eigenschap van die persoon, die alleen voor hem geldt. In het geval van Neil Armstrong. Hij was de eerste man die een stap op de maan zette. Dus wanneer iemand vraagt, wie was de eerste man die een voet op de maan zette, dan is er maar n antwoord mogelijk, namelijk Neil Armstrong. Op diezelfde manier moeten de attributen en eigenschappen van de Almachtige God uniek zijn, en alleen voor Hem gelden. Als ik zeg dat God de maker van gebouwen is, dan is dit mogelijk en waar, maar niet uniek. Duizenden mensen kunnen een gebouw maken. Maar elk attribuut van Allah is uniek en geld voor niemand dan Allah. Bijvoorbeeld, God is de Schepper van het universum. Als iemand vraagt, wie is de Schepper van het universum, dan is er maar n antwoord mogelijk, namelijk de Almachtige God is de Ultieme Schepper. Op dezelfde manier, hieronder staan enkele van de vele unieke Eigenschappen en Attributen die in het bezit van niemand anders zijn dan Allah, de Almachtige:
“Ar-Raheem” De Meest Genadevolle
“Ar-Rahmaan” De Meest Barmhartige
“Al-Hakeem” De Meest Wijze
Dus wanneer iemand vraagt,”Wie is Ar-Raheem,(De Meest Genadevolle)?”, dan kan er maar n antwoordt zijn :”Allah, de Almachtige”.
Een attribuut van God mag niet tegenspreken met andere attributen:
Naast dat het attribuut uniek moet zijn, mag het niet in tegenspraak zijn met andere attributen en eigenschappen. Om verder te gaan met het eerdere voorbeeld, stel dat iemand zegt dat Neil Armstrong een Amerikaanse astronaut is die als eerste man een voet op de maan zetten en een Indiaan was. Het attribuut dat Neil Armstrong bezit, als eerste man die een voet zette op maan klopt. Maar de eigenschap dat hij een indiaan was klopt niet. Op dezelfde manier, als iemand zegt dat God de Schepper is van het Universum en een hoofd heeft, twee handen, twee voeten etc. De eigenschap (Schepper van het Universum) klopt, maar de andere eigenschap (in de vorm van een menselijk wezen) is verkeerd en klopt niet.
Alle attributen zouden moeten wijzen op Én en dezelfde God:
Omdat er maar n God is, moeten alle attributen wijzen op n en dezelfde God. Om te zeggen dat Neil Armstrong een Amerikaanse astronaut is die als eerste mens een voet op de maan zette, maar dat hij geboren was in 1971, dat klopt niet, want hij is veel eerder geboren. Beide deze unieke kwaliteiten behoren toe aan een en dezelfde persoon, nl Neil Armstrong. Op dezelfde manier, is het zeggen dat de Schepper van het Universum een God is en de Meest Genadevolle een andere God is een absurd idee. Want tot God behoren al deze attributentezamen.
Eenheid van God:
Sommige polythesten discussiren door te zeggen dat het bestaan van meer dan een God niet onlogisch is. Laten we tegen hun zeggen dat, als er meer dan n God zou zijn, ze met elkaar zouden redetwisten. Elke god zou zijn wens willen vervullen ten koste van de andere goden. Dit is te zien in de mythologie van de polythestische en panthestische religies. Als een ‘god’ is overwonnen of niet in staat is om de andere goden te overwinnen, dan is hij zeer zeker niet de Ene Echte God. Wat ook populair is onder de polythestische religies, is het idee van meerdere goden en elke god heeft zijn eigen verantwoordelijkheid. Elk van de goden zou verantwoordelijk zijn voor een onderdeel van het bestaan van de mens, bijv. eenzonnegod, een regengod etc. Dit wijst erop dat n ‘god’ er niet toe in staat zou zijn om meerdere zaken te regelen, en nog meer dat hij onwetend is over de krachten, taken en functies en verantwoordelijkheden van de andere ‘goden’. Er kan geen onkundige en oncapabele god zijn. Als er meer dan n god zou zijn, dan zou dit zeker leiden tot chaos, verwarring, wanorde, en destructie van het universum. Maar het universum is in complete harmonie. De Heilige Qoer’aan zegt:
“Als er andere goden dan Allah in zouden zijn, dan zouden zij (de hemelen en aarde) zeker vergaan: maar Heilig is Allah, de Heer van de Troon, boven wat zij Hem toeschrijven”(Qoer’aan 21:22)
Als er meer dan n God zou zijn, dan zouden ze hebben weggenomen wat ze hadden gecreerd. De Qoer’aan zegt:
“Allah heeft zich geen kind genomen, en er is geen god naast Hem! Dan zou iedere god weggaan met wat hij schiep en zouden zij elkaar overweldigen. Heilig is Allah, boven wat zij (Hem) toeschrijven” (Qoer’aan 23:91)
Dus het bestaan van de Ene, Echte, Unieke, Hoogste, Almachtige God, is het enige logische concept van God.
Tawheed:
Defenitie en categorien:
De Islam gelooft in ‘Tawheed‘, wat niet alleen maar monothesme (het geloven in n God) inhoudt, maar zoveel meer. Tawheed betekent letterlijk ‘Eenmaking’, met andere woorden, ‘het verklaren van de eenheid’, en is afkomstig van het Arabische werkwoord ‘Wahhada’, en dit betekent zich verenigen, tot n maken, samengaan/fuseren.
Tawheed kan worden onderverdeeld in drie categorien.
1. Tawheed ar-Ruboebieyaah
2. Tawheed al-Asmaa was Sifaat
3. Tawheed al-Ibaadah (Tawheed al-Oeloehiyyah)
A. Tawheed Ar-Ruboebieyaah (De Eenheid van Allah in Zijn Heerschappij)
De eerste categorie is ‘Tawheed ar-Ruboebieyaa’. ‘Ruboebieyaah’, is afkomstig van het stam werkwoord “Rabb”, wat Heer, Overheerser (Hij die Behoedt), Hij die de mensen liefheeft, betekent.
Daarom betekent ‘Tawheed ar-Ruboebieyaah’ het handhaven van de Eenheid in de Heerschappij. Deze categorie is gebaseerd op het fundamentele concept dat Allah,Subhanahu wa Ta’ala, alles wat bestaat tot stand heeft gebracht toen er nog niets was. Hij schiep en maakte alles dat bestaat uit niets. Hij alleen is de enige Schepper, Onderhouder en Eigenaar van het complete universum en alles wat er tussenin zit, zonder er zelf iets van nodig te hebben en Hij heeft ook geen hulp nodig bij het instandhouden en onderhouden van Zijn schepselen.
B. Tawheed al-Asmaa was-Sifaat (De Eenheid van Allah in Zijn Namen en Eigenschappen):
De tweede categorie is “Tawheed al-Asmaa was-Sifaat‘, wat de Eenheid van Allah in Zijn Namen en Eigenschappen betekent. Deze categorie is onderverdeeld in vijf aspecten:
(i) Er zou naar Allah moeten worden verwezen, zoals Hij zichzelf omschreef en zoals Zijn Profeet, saws, Hem omschreef.
Er mag alleen naar Allah worden verwezen volgens de wijze waarop Hij en Zijn Profeet,saws, naar Hem verwezen, zonder een uitleg te geven aan Zijn Namen en Eigenschappen die een andere betekenis heeft, dan de voor de hand liggende betekenis ervan.
Er moet naar Allah verwezen worden, zoals Hij naar Zichzelf verwees.
(ii) Er moet naar Allah verwezen worden, zonder Hem enige nieuwe namen of eigenschappen toe te kennen. Bijvoorbeeld, Allah mag niet de naam Al-Ghaadib (De Boze) gegeven worden, ondanks het feit dat Hij heeft gezegd dat Hij boos wordt. Want noch Allah noch Zijn Boodschapper, saws, hebben deze naam gebruikt.
(iii) Er wordt naar Allah verwezen, zonder Hem eigenschappen te geven van Zijn schepselen.
In een verwijzing naar Allah, moeten we ons strikt onthouden van het toekennen van een eigenschap aan Hem die van een van Zijn schepselen (die Hij heeft geschapen) is. Bijvoorbeeld, in de Bijbel wordt God omschreven als iemand die spijt had van Zijn slechte gedachten, op dezelfde manier zoals mensen dat doen wanneer ze ontdekken dat ze een fout hebben begaan. Dit gaat compleet tegen het principe van Tawheed in. God maakt geen fouten en daarom hoeft Hij ook nooit spijt te hebben.
De belangrijkste factor, wanneer het gaat om Eigenschappen van Allah, staat in Qoer’aan inSoerah ash-Shoera:
“De Schepper van de hemelen en de aarde, Hij heeft voor jullie van julliezelf en van de dieren paren geschapen. Hij vermenigvuldigd jullie, niets is aan Hem gelijk. En Hij is de Alhorende, de Alziende” (Qoer’aan 42:11)
Horen en zien zijn menselijke vermogens. Echter, wanneer ze worden toegeschreven aan Allah, dan zijn ze niet te vergelijken in hun perfectie. Anders dan wanneer ze worden geassocieerd met mensen die oren, ogen, etc. nodig hebben en beperkt zijn in hun zicht en gehoor, met betrekking tot termen als de ruimte, tijd, capaciteit, etc.
(iv) Allah’s schepping mag niets van Zijn Eigenschappen worden gegeven.
Om naar een mens te verwijzen met een eigenschap van God, spreekt ook tegen het principe van Tawheed. Bijvoorbeeld, verwijzen naar een persoon, als ‘de Ene die geen begin en geen einde kent (oneindig)’.
(v) De Namen van Allah kunnen niet worden gegeven aan Zijn schepsels
Sommige goddelijke namen in hun onbepaalde vorm, zoals “Raoof” of “Raheem” zijn toegestane namen voor de mens, want Allah heeft ze gebruikt voor Profeten; maar “Ar-Raoof” (De Milde) en “Ar-Raheem (De Meest Genadevolle) kunnen alleen gebruikt worden als er “Abd” (wat ‘slaaf van’ of ‘dienaar van’ betekend) ervoor staat, bijvoorbeeld ‘Abdur-Raoof’ of ‘Abdur-Raheem’. Op dezelfde manier zijn ‘Abdur-Rasool’ (slaaf van de Boodschapper) of ‘Abdun-Nabee’ (slaaf van de Profeet) verboden.
C. Tawheed al-Ibaadah (Eenheid van Allah in aanbidding) (Tawheed Al-Oeloehiyyah)
(i) Defenitie en betekenis van ‘Ibaadah’:
‘Tawheed al-Ibaadah’ betekent de Eenheid van Allah in aanbidding of ‘Ibaadah’. Ibaadah komt van het Arabische woord ‘Abd’ en dit betekent slaaf of dienaar. Dus Ibaadah betekent onderworpenheid en aanbidding.
(ii) Alle drie de categorien moeten gelijktijdig worden opgevolgd.
Het alleen geloven in de eerste twee categorien van Tawheed, zonder het toevoegen vanTawheed-al-Ibaadah is zinloos. De Qoer’aan geeft een voorbeeld van ‘Mushrikeens’ (veelgoden aanbidders) in de tijd van de Profeet, saws, die de eerste twee aspecten vanTawheed bevestigen. Het staat in de Qoer’aan:
“Zeg: “Wie schenkt jullie voorzieningen uit de hemel en de aarde,” of: “Wie heeft macht over (het scheppen van) horen en het zien en wie brengt het levende voort uit het dode en wie brengt het dode voort uit het levende, en wie verordent het bestuur?” Zij zullen zeggen:”Allah,” Zeg dan:”Zullen jullie Allah dan niet vrezen?” (Qoer’aan (10:31))
Eenzelfde voorbeeld wordt herhaald in Surah Zukruf van de Heilige Qoer’aan:
“En als jij hun vraagt wie hen geschapen heeft, dan zullen zij zeker zeggen: “Allah” Waarom worden zij dan belogen? (Qoer’aan 43:87)
De heidense Mekkanen wisten dat Allah, hun Schepper was, hun Onderhouder, Heer en Meester. Maar toch waren ze geen Moslims, want ze aanbeden ook andere goden naast Allah. Allah, Subhanahu wa Ta’ala, omschreef hun als ‘Kuffaar’ (ongelovigen) en ‘Mushrikeen’ (veelgoden aanbidden en zij die deelgenoten toekennen aan Allah).
“En de meesten van hen geloven niet in Allah, zonder deelgenoten aan Hem toe te kennen.” (Qoer’aan 12:106)
Aldus, “Tawheed al-Ibaadah‘, wat betekent de Eenheid van Allah in aanbidding, is het meest belangrijke onderdeel van Tawheed. Allah, Ta’ala, is De enige die het verdient om aanbeden te worden en Hij alleen kan de mens voordeel verschaffen voor zijn aanbidding.
Shirk:
A. Definitie: Het verwaarlozen (verzuimen) van enig van de bovenstaande categorien vanTawheed of een tekort in het vervullen van iets van de criteria van Tawheed, wordt naar verwezen als ‘shirk’.
Shirk betekent letterlijk deelgenoten toekennen. In de Islamitische termen betekent het deelgenoten toekennen aan Allah en dit is het hetzelfde als veelgoden aanbidding.
B. Shirk is de grootste zonde die Allah nooit zal vergeven:
De Qoer’aan omschrijft de grootste zonde in Soerah Al-Nisa’:
“Voorwaar, Allah vergeeft niet dat aan Hem deelgenoten toegekend worden, maar Hij vergeeft daarnaast alles, aan wie Hij wil. En wie aan Allah deelgenoten toekent: die heeft waarlijk een geweldige zonde verzonnen” (Qoer’aan 4:48)
Dezelfde boodschap wordt herhaald in Soerah Al-Nisa’:
“Voorwaar, Allah vergeeft niet dat aan Hem deelgenoten worden toegekend, maar Hij vergeeft daarbuiten aan wie Hij wil. En wie deelgenoten aan Allah toekent, hij heeft ver gedwaald. (Qoer’aan 4:116)
C. Shirk leidt naar het hellevuur:
De Qoer’aan zegt in Soerah Ma’idah:
“Voorzeker, zij zijn ongelovig, die zeggen: “Allah, is de Mash, zoon van Maryam.” Hoewel deMash zei: “O Kinderen van Isral, aanbidt Allah, mijn Heer en jullie Heer.” Voorwaar, Hij die deelgenoten aan Allah toekent: Allah heeft hem waarlijk het Paradijs verboden. En zijn bestemming zal de Hel zijn. En voor de onrechtvaardigen zijn er geen helpers.” (Qoer’aan5:72)
D. Aanbidding en gehoorzaamheid aan niemand behalve Allah:
De Qoer’aan zegt in Soerah Ali-‘Imran:
“Zeg: “O Lieden van het Schrift, komt tot een gelijkluidend woord tussen ons en jullie: dat wij niemand dan Allah aanbidden en dat wij niets naast Hem tot deelgenoot maken en dat wij elkaar niet als heren naast Allah plaatsen. “Als zij zich dan afwenden, zeg dan: “Getuigt dat wij ons (aan Allah) overgegeven hebben.” (Qoer’aan 3:64)
De Heilige Qoer’aan zegt:
“En als alle bomen op de aarde pennen waren en de zee (inkt), waarna er nog zeven zeen (met inkt) aan toegevoegd zouden worden, dan nog zouden de Woorden van Allah niet zijn uitgeput. Voorwaar Allah is Almachtig, Alwijs.” (Qoer’aan 31:27)
Onze analyse van het Concept van God in verschillende religies laat zien dat monothesme een wezenlijk onderdeel uitmaakt van elke grote religie in de wereld. Desondanks, is het betreurenswaardig dat sommige volgelingen van deze religies de leerstellingen van hun eigen boeken schenden en partners hebben toegeschreven aan de Almachtige God.
Een analyse van de boeken van verschillende religies, laat zien dat alle boeken de mensheid aansporen om te geloven in en zich over te geven aan n God. Al deze boeken verafschuwen het toekennen van partners aan God, of het aanbidden van God in de vorm van afbeeldingen.
De Heilige Qoer’aan zegt:
“O mensen! Er wordt hier een vergelijking gemaakt, luistert ernaar! Voorwaar, degenen die jullie naast Allah aanroepen zullen nooit een vlieg kunnen scheppen, al kwamen zij daarvoor allen bij elkaar! En als de vlieg iets van hen zou weggrissen, kunnen zij het niet van hem terugpakken. Zwak is hij die ernaar zoekt en het gezochte.” (Qoer’aan 22:73)
De basis van religie is het accepteren van Goddelijke Leiding. Een verwerping van deze leiding heeft serieuze gevolgen voor de samenleving. Terwijl we grote vooruitgang hebben geboekt op het gebied van wetenschap en technologie, weet echte vrede ons nog steeds te ontkomen. Alle ‘geleerden’ hebben gefaald om ons de veelgeprezen redding te geven.
De boeken van alle grote religies sporen de mensheid aan om dat te volgen wat goed is en om zich weg te keren van dat wat slecht is. Alle religieuze boeken herinneren de mensheid dat, dat wat goed is niet onbeloond zal blijven en dat het slechte niet onbestraft zal blijven!
De vraag die we onszelf moeten stellen is, welke van deze boeken geeft ons een correcte ‘gebruiksaanwijzing’ die we nodig hebben om onze individuele levens en gezamenlijke levens op de juiste manier te leiden.
Ik hoop en bid dat Allah, Ta’ala ons allen leidt naar de Waarheid (Ameen).