Profeet Mohammed (saw) de perfecte mens

 

Profeet Mohammed (saw) de perfecte mens

Profeet Mohammed (saw) was de laatste van de profeten. Hij was zonder zondes (ma’asoem) en hij (saw) is door Allah (swt) tot het voorbeeld voor de mensheid gemaakt. En derhalve is hij (saw) de perfecte mens.

Voor wat betreft de zondeloosheid van Profeet Mohammed (saw), dit is verstandelijk en is onderdeel van de ‘aqieda van Islam.

Als profeet was het de taak van Mohammed (saw) om de boodschap van Allah (swt) op de mensen over te brengen. Hij (saw) kreeg hiervoor wonderen van Allah (wt) om zijn profeetschap te bewijzen tegenover de mensen, zoals alle profeten wonderen van Allah (swt) hebben gekregen. In het geval van Profeet Mohammed (saw) was het wonder de Edele Koran. Het tijdloze wonder, het onevenaarbaar gebleken Boek.

Het is onmogelijk dat iemand die van Allah (swt) de bewijzen voor het profeetschap – oftewel wonderen – krijgt, toch niet de boodschap van Allah (swt) overbrengt. Want wonderen zijn enkel voor degenen die de boodschap van Allah (swt) overbrengen. Dus het wonder waarmee Profeet Mohammed (saw) gekomen is bewijst dat hij een ware boodschapper was, gezonden door Allah (swt). En dus dat hetgeen waarmee hij gekomen is, de werkelijke, complete en foutloze boodschap afkomstig van Allah (swt) is.

Bovendien, als een profeet de boodschap van Allah (swt) niet compleet en foutloos over zou brengen, dan zou Allah (swt) een fout hebben gemaakt in Zijn (swt) keuze van de mens die profeet moest zijn. En dit, een fout van Allah (swt), kan het verstand niet accepteren.

Het Woord van Allah (swt) maakt ook verschillende malen duidelijk dat Profeet Mohammed (saw) niet tegen de geboden en verboden van Allah (swt) in ging of kon gaan:

Uw metgezel is noch afgedwaald noch afgeweken, Noch spreekt hij naar eigen begeerte. Het is slechts de Openbaring die wordt nedergezonden.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera An Nadjm 53, vers 2 – 4)

En:

Antwoord: ‘Ik volg alleen hetgeen mij van mijn Heer wordt geopenbaard’.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al ‘Araf 7, vers 203)

En:

En wat de boodschapper u ook moge geven, neemt het en wat Hij u ook verbiedt, onthoudt u daarvan.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Hasjr 59, vers 7)

En:

Zeg: ‘Indien gij Allah liefhebt, volgt mij, Allah zal u liefhebben en uw zonden vergeven. Allah is Vergevensgezind, Genadig’.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Ali Imraan 3, vers 31)

Bovendien zegt Allah (swt):

En indien hij enige woorden in Onze naam had uitgedacht, Dan zouden Wij hem zeker bij de rechter hand hebben gegrepen. En daarna zijn levensader hebben afgesneden, En geen uwer zou ons van hem hebben kunnen tegenhouden.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Haaqqa 69, vers 47)

Oftewel, het is zeker dat Profeet Mohammed (saw) dit niet gedaan heeft omdat dit alles niet plaatsgevonden heeft. En dit verheft boven alle twijfel dat Profeet Mohammed (saw) zonder zondes was. En dus dat alles wat hij (saw) zei, deed, niet deed en stilzwijgend toestond, oftewel de Koran en de Soenna, de werkelijke, complete en foutloze overdracht van de boodschap afkomstig van Allah (swt) is.

Voor wat betreft de voorvallen waar Profeet Mohammed (saw) door Allah (swt) gecorrigeerd werd, zoals in het voorval achter de openbaring van het begin van soera ‘Abasa:

Hij (de profeet) fronste (zijn voorhoofd) en wendde zich af. Omdat er een blinde man tot hem kwam. (Mens) wat weet gij? Misschien wilde hij zich laten louteren. Of hij kon om raad komen, en die raad zou hem van nut kunnen zijn. Maar aan hem, die onverschillig is schenkt gij uw aandacht” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera ‘Abasa 80, vers 1 – 6)

Wij zeggen: Profeet Mohammed (saw) wordt hier niet door Allah (swt) gecorrigeerd omdat hij een zonde begaan zou hebben. Wat plaatsvond was dat Profeet Mohammed (saw) een niet-moslim uitnodigde tot Islam, zoals Allah (swt) hem opgedragen had. Terwijl hij (saw) hier mee bezig was interrumpeerde een moslim hem (saw), volgens overlevering was dit Ibn Oemm Maktoen, om een vraag te stellen. Naast het uitnodigen tot Islam had Allah (swt) Profeet Mohammed (saw) ook opgedragen om de moslims de religie te leren en om hun vragen betreffende de religie te beantwoorden. Dus Profeet Mohammed (saw) vond zich geconfronteerd met een onmogelijk situatie toen Ibn Oemm Maktoem op dat moment bij hem kwam met een vraag, want ook hij (saw) kon niet beide dingen tegelijk doen. Hij fronste omdat hij gestoord werd in zijn (saw) werk van uitnodigen van de niet-moslim tot Islam, en hij moest op dat moment bepalen welke van zijn twee taken de prioriteit had. Hij (saw) besloot de uitnodiging tot Islam van de niet-moslim de prioriteit te geven boven het beantwoorden van de vraag van een moslim. Hierin heeft Allah (swt) Profeet Mohammed (saw) gecorrigeerd. Oftewel, de correctie betreft het prioriteiten stellen, en dit heeft met zondes niets te maken, en betreft niet het volgen van de Wet van Allah (swt).

Er zijn sommigen die beweren dat Profeet Mohammed (saw) gecorrigeerd wordt voor het verrichten van een foutieve isjtihaad in deze situatie, maar wij zijn het met deze mening niet eens. Onze mening is dat Profeet Mohammed (saw) geen isjtihaad deed, nooit, en de argumenten hiervoor zijn volgenden:

Isjtihaad betekent dat men het Goddelijk Oordeel betreffende een kwestie probeert te extraheren uit de Openbaringen. Nu ten eerste, wanneer Profeet Mohammed (saw) werd gevraagd een kwestie op te lossen waarvoor nog geen Goddelijk Oordeel was geopenbaard, dan was hij gewoon te wachten met antwoorden totdat wel een Goddelijk Oordeel werd geopenbaard. Voor deze reden zijn er vele verzen in de Koran die beginnen met “we yeseloenaka aninil… (en zij vragen je betreffende…)”. Hierna geeft Allah (swt) dan antwoord op de gestelde vraag. Dit bewijst dat Profeet Mohammed (saw) geen isjtihaad deed maar enkel de Openbaring sprak. En ten tweede, isjtihaad wordt verricht wanneer er geen expliciet Goddelijk Oordeel is in de kwestie. Oftewel, wanneer men moet zoeken naar het Goddelijk Oordeel door de relevante wetteksten te verzamelen om hierin dan de betekenis die meest waarschijnlijk door Allah (swt) bedoeld is te bepalen. Isjtihaad, met andere woorden, kent altijd een factor van onzekerheid: men weet nooit helemaal zeker of men inderdaad al de relevante wetteksten heeft gevonden, enkel Allah (swt) weet dit precies; en men weet nooit helemaal zeker of men in de wetteksten inderdaad de betekenis zoals bedoelt door Allah (swt) heeft begrepen, enkel Allah (swt) weet wat hij precies bedoeld heeft. Vanwege deze realiteit van isjtihaad moet gezegd worden dat Profeet Mohammed (saw) in het geheel geen isjtihaad kon verrichten. Hij (saw) is immers de Profeet, wat betekent dat hij (saw) precies weet welke wetteksten voor welke kwesties bedoeld zijn en ook precies weet wat Allah (swt) met deze wetteksten bedoelt te zeggen.

Achter de verzen waarin Profeet Mohammed (saw) door Allah (swt) gecorrigeerd wordt gaat in feite de alles te boven gaande wijsheid van Allah (swt) schuil. Ten eerste zetten zij heel duidelijk de verhoudingen uiteen, in dat Allah (swt) alleen de Verhevene is, Degene zonder gelijke. Zelfs Profeet Mohammed (saw) is, zo blijkt duidelijk uit de verzen, onderdanig aan Hem (swt). Dus wie de Koran leest, die vindt zichzelf herinnerd worden aan de realiteit dat Allah de Almachtige Schepper is en Profeet Mohammed (saw) Zijn boodschapper en dienaar. En dit werkt om te voorkomen dat de moslims de fouten zouden begaan die eerdere volken begaan hebben, toen zij hun profeten (de vrede van Allah Almachtig zij met hen allen) tot God namen of hen als gelijken aan Allah (swt) aanbaden. Ten tweede, de correctie van Profeet Mohammed (saw) door Allah (swt) in de Edele Koran ontkracht de bewering van sommigen als dat Profeet Mohammed (saw) de Koran zelf verzonnen zou hebben. Immers, iemand die een dergelijke misdaad zou begaan die zou zichzelf namelijk niet zo nederig opstellen in zijn eigen boek, maar hij zou zichzelf verheerlijken.

Ondanks dit alles wordt door sommige lieden, wiens enigste doel in het leven het is om de mensen op een dwaalspoor te brengen, nog steeds beweerd dat Profeet Mohammed (saw) wel zondig was. En dus dat hij niet vertrouwd kan worden als Boodschapper van Allah (swt). Zij proberen enkel de moslims van het Rechte Pad te krijgen, en wij smeken Allah (swt) de oemma te behoeden voor dergelijke dwalingen in ideeën. Deze valse mensen wijzen op een vers van de Edele Koran ter argumentatie van hun waanidee:

Voorwaar, Wij hebben jou een duidelijke overwinning geschonken. Opdat Allah jouw vroegere zonden zal vergeven en ook de latere. En Hij vervolmaakt Zijn gunst aan jou en Hij leidt jou op het rechte Pad.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Fath 48, vers 1 – 2)

Echter, dit vers bedoelt niet te zeggen dat Profeet Mohammed (saw) zondes heeft begaan. Want het onderwerp van dit vers is een benadrukking van de Barmhartigheid van Allah (swt), om de Profeet (saw) op te beuren door hem te herinneren aan het feit dat Allah (swt) met hem (saw) is, nadat de Profeet (saw) verdriet aangedaan was door opmerkingen van joden die hem vijandig gezind waren. Van Ibn ‘Abbaas is overgeleverd betreffende dit vers: “Toen de woorden van Allah, Verheven is Hij, “evenmin weet ik wat met mij of met jullie zal gebeuren” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Ahqaaf 46, vers 9) geopenbaard werden, beledigden de joden de Profeet (saw) en de moslims, zeggende: ‘Hoe kunnen we een man volgen wanneer die niet weet wat hem gebeuren zal?’. De Profeet (saw) was verdrietig wegens hetgeen zij zeiden, en Allah (swt) openbaarde:

Voorwaar, Wij hebben jou een duidelijke overwinning geschonken. Opdat Allah jouw vroegere zonden zal vergeven en ook de latere. En Hij vervolmaakt Zijn gunst aan jou en Hij leidt jou op het rechte Pad.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Fath 48, vers 1 – 2)”

En verder meer zet de Soenna uiteen dat verzen 48:1 – 2 niet begrepen mag worden zoals deze kwaadwillende beweren, maar dat deze verzen begrepen moeten worden zoals wij hebben aangegeven. Want dit is wat Profeet Mohammed (saw) de moslims geleerd heeft, en iedere keer dat hij (saw) een vers van de Koran verduidelijkt heeft dan is het niet langer toegestaan dit vers op een andere wijze te begrijpen:

‘Aiesja heeft overgeleverd dat een man bij Profeet Mohammed (saw) kwam voor een fatwa. Ze overhoorde hun gesprek van achter een gordijn. ‘Aiesja vertelde dat de persoon zei: “Boodschapper van Allah (saw), de tijd van het gebed overhaalt me terwijl ik in een staat van onreinheid ben. Moet ik vasten in deze staat?”. Hierop antwoordde Profeet Mohammed (saw): Soms overhaalt de tijd van het gebed mij terwijl ik in een staat van onreinheid ben, en dan vast ik. Daarop zei de man: “Boodschapper van Allah (saw), u bent niet zoals ons, Allah (swt) heeft u al uw zondes vergeven, zij die geweest zijn en zij die nog komen”. Hierop zei Profeet Mohammed (saw): Bij Allah, ik hoop dat ik de meest godvrezende ben van jullie allemaal, en als beste van jullie allemaal weet waartegen ik me moet beschermen.

En ‘Oemar bin Aboe Salama heeft overgeleverd dat hij Profeet Mohammed (saw) vroeg: “Zal iemand die vast (zijn vrouw) kussen?”. Profeet Mohammed (saw) zei hem: Vraag haar (hij verwees naar Oemm Samala, zijn echtgenote). Ze informeerde hem (‘Oemar) dat hij (Profeet Mohammed (saw)) dit deed. Daarop zei hij (‘Oemar): “Boodschapper van Allah (saw), moge Allah (swt) u vergeven voor al uw zondes, zij die geweest zijn en zij die komen”. Daarop zei de Boodschapper van Allah (saw): Bij Allah, ik ben onder jullie de meest bewuste, en ik vrees Hem (swt) het meest!

Tot slot betreffende zijn (saw) voorbeeld zijn voor de mensheid, Allah (swt) zegt:

Voorwaar, gij hebt in de Profeet van Allah een prachtig voorbeeld voor ieder die Allah en de laatste Dag vreest, en die Allah vaak herdenkt.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Ahzaab 33, vers 21)

En:

En jij (Mohammed) bent voorzeker het beste van karakter!” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Qalam 68, vers 4)

Van ‘Aiesja is overgeleverd dat zij zei, toen ze werd gevraagd de Profeet (saw) te beschrijven: “Hij was een wandelende Koran”.

Dus voorwaar, Profeet Mohammed (saw) was de perfecte mens!